Stel je voor: je reist door het oosten van Bali, bijvoorbeeld in Karangasem of Klungkung. Hier wonen veel Sasak-gemeenschappen, vooral in dorpen als Seraya, Bugbug en de kleinere plaatsen rond Padangbai en Candidasa. De meeste Sasak-families kwamen hier eind 19e eeuw vanuit Lombok naartoe. Vaak zochten ze een nieuw leven omdat ze politieke problemen wilden ontvluchten of op zoek waren naar werk.
Als je door deze dorpen loopt, zie je meteen dat ze er anders uitzien dan de typische Balinese dorpen. De huizen staan op houten palen, hebben bamboe wanden en daken van alang-alang gras. Alles is gebouwd rondom een open binnenplaats waar iedereen samenkomt. De eerste Sasak-dorpen ontstonden tussen 1895 en 1910, en in de jaren ’30 kwam er nog een groep bij.
Benieuwd naar hoeveel Sasak-inwoners er in deze dorpen wonen? Hier een overzicht:
Dorp | Aantal Sasak |
---|---|
Seraya Timur | 1.800 |
Bugbug | 600 |
Padangbai | 400 |
De afgelopen jaren zijn Sasak-families steeds meer onderdeel geworden van het leven op Bali. Je komt ze tegen in de handel, landbouw en het toerisme. In steden als Amlapura en Klungkung runnen Sasak-ondernemers bijvoorbeeld marktkraampjes, vervoersbedrijven en kleine hotels. In Padangbai zie je Sasak-duikscholen en bootdiensten naar Lombok. In Klungkung verkopen ze vooral producten uit Lombok, zoals textiel en kruiden.
Er ontstaan steeds meer gemengde huwelijken tussen Sasak en Balinezen. In Seraya zijn dat er elk jaar zo’n 8 tot 10. Sasak-kinderen gaan gewoon naar Balinese scholen. Sommige Sasak-leden zitten zelfs in lokale bestuursgroepen zoals de banjar, maar voor religieuze zaken vormen ze soms hun eigen groepen.
Ondanks dat Sasak-gemeenschappen volop meedoen in het Balinese leven, vinden ze het belangrijk om hun eigen cultuur en geloof te bewaren. Ze organiseren hun eigen feesten, hebben verenigingen en houden contact met familie op Lombok. In Seraya is er bijvoorbeeld “Sasak Seraya Bersatu”, die taallessen en muziek- en dansworkshops organiseert. In Bugbug is een cultureel centrum waar ze wekelijks samenkomen voor verhalen en muziek.
De jongere generatie leert actief de Sasak-taal. Op religieus gebied heeft Seraya Timur een eigen moskee waar ze de Wetu Telu-traditie combineren met islamitische gebeden. In Padangbai is er een gebedsruimte in het dorpshuis. Elk jaar reizen veel Sasak-families naar Lombok om culturele en religieuze kennis te delen.
De band tussen Bali en de Sasak-cultuur van Lombok gaat ver terug. Al in de 17e eeuw heerste Bali over Lombok. In die tijd vermengden tradities, religie en architectuur zich, waardoor er een unieke mix ontstond aan beide kanten van de Lombokstraat. Van 1692 tot 1894 regeerde het koninkrijk Karangasem over Lombok. Balinese adel vestigde zich op Lombok, terwijl Sasak-ambachtslieden naar Bali kwamen.
Je ziet deze uitwisseling nog steeds terug. In de Puri Agung Karangasem zijn binnenplaatsen versierd met Sasak-patronen en bakstenen in plaats van natuursteen. In Taman Ujung staan waterpaleizen met Sasak-invloeden, herkenbaar aan de open paviljoens en de tuinindeling. Het Museum Semarajaya laat textiel en ceremoniële voorwerpen zien die deze gedeelde geschiedenis illustreren.
In Oost-Bali merk je Sasak-invloeden in de landbouw, ambachten en het dagelijks leven. Balinese boeren namen bijvoorbeeld irrigatiemethodes en rituelen over van de Sasak. In dorpen als Tenganan en Manggis gebruiken ze bamboe goten en kleine dammen om water over de rijstvelden te verdelen. Anders dan het traditionele Balinese systeem werken deze met handmatige kleppen en gezamenlijk onderhoud.
Tijdens de rijstoogst in Bugbug voeren ze Sasak-rituelen uit, zoals het offeren van kippen en het zingen van speciale liederen. In Manggis zijn Sasak-huwelijksrituelen opgenomen in lokale ceremonies, zoals het samen koken van traditionele gerechten en de “nyongkolan”-optocht waarbij het bruidspaar met muziek en dans door het dorp trekt.
Op Bali kun je bij verschillende festivals Sasak-cultuur ervaren. Deze evenementen zijn dé plek voor muziek, dans en ambachten uit de Sasak-traditie. Ze brengen de gemeenschappen dichter bij elkaar.
Hier een overzicht van festivals met Sasak-elementen:
Festival | Plaats | Maand | Sasak-element |
---|---|---|---|
Bali Arts Festival | Denpasar | juni-juli | Dans, muziek |
Mekepung Festival | Jembrana | augustus | Muziek |
Karangasem Festival | Amlapura | september | Ambacht, dans |
Tijdens deze festivals valt vooral de levendige muziek en kleurrijke kleding op. Organisatoren van het Bali Arts Festival benadrukken dat deze uitwisselingen belangrijk zijn voor het behoud van culturele verscheidenheid op het eiland.
Sasak-weefsels zijn echt bijzonder. Ze vallen op door hun diepe kleuren, mooie patronen en traditionele maakwijze. Op Balinese markten zijn deze stoffen steeds populairder als souvenir. Je vindt ze bijvoorbeeld bij stands 34-36 op Pasar Sukawati in Gianyar, bij “Lombok Weaves” in de Ubud Art Market en bij “Sasak Textiles” op de Sanur Night Market (dagelijks open van 17:00 tot 22:00 uur).
De stoffen worden met de hand geweven op eenvoudige rugweefgetouwen en gekleurd met natuurlijke middelen zoals indigo, mahonie en kurkuma. Songket herken je aan de versiering met goud- of zilverdraad. In de patronen zie je vaak varenbladen (symbool voor bescherming) en vogelmotieven (symbool voor vrijheid). Deze verwijzen naar verhalen uit de Sasak-cultuur en familiegeschiedenissen. De weefsels zijn gemaakt van katoen, zijde en bamboevezels, soms met metallic draden erbij.
Sasak- en Balinese ambachtslieden werken steeds vaker samen. Dat zorgt voor vernieuwing in houtsnijwerk en sieraden. Balinese kunstenaars nemen de eenvoudige vormen en symboliek van Sasak-motieven over. In Mas, bij Ubud, verwerkt I Made Sutama in zijn atelier “Kayu Sasak-Bali” deze patronen in tempelpanelen. In Tegallalang mixt de werkplaats “Art Fusion” Sasak-geometrie met Balinese bloemmotieven.
Typische elementen zijn driehoekige patronen, zigzag-lijnen en abstracte dierfiguren. De technieken zijn diep snijwerk, afwerking met natuurlijke oliën en het inleggen van bamboe of schelp. Volgens I Made Sutama voegt de eenvoud van Sasak-ontwerpen een nieuwe dimensie toe aan Balinese kunst en verwijst het naar een gedeeld verleden. Originele Sasak-houtsnijwerken zijn meestal sober en praktisch, terwijl Balinese varianten rijker versierd zijn en vaak religieuze thema’s bevatten.
Sasak-muziek en dans zijn inmiddels een vast onderdeel van het culturele leven op Bali. De optredens trekken zowel locals als toeristen en helpen deze tradities levend te houden. Bekende muziekstijlen zijn Gendang Beleq, met grote trommels als hoofdinstrument, en Tari Rudat, een dans met acrobatische bewegingen en kleurrijke kleding. Vaak gebruikte instrumenten zijn de preret, rebab, gong en kleine percussie.
Je kunt deze optredens zien tijdens evenementen zoals het Bali Spirit Festival in Ubud (maart), waar ook workshops worden gegeven. Tijdens het Ubud Writers & Readers Festival in oktober zijn er avondvoorstellingen met Sasak-dansgroepen. Het Karangasem Cultureel Centrum organiseert maandelijks muziekavonden met Sasak-artiesten. Voor 2024 staan een Sasak-muziekavond in het Denpasar Art Center (juli) en een Tari Rudat-optreden tijdens het Karangasem Festival (september) op de planning.
Muzikant Lalu Rahman vertelt dat optreden op Bali de kans biedt om Sasak-tradities met een breder publiek te delen. Soms worden liederen aangepast aan Balinese festivals, maar de basis blijft authentiek Sasak.
Authentieke Sasak-gerechten zijn inmiddels niet meer weg te denken uit Oost-Bali. Zowel locals als reizigers waarderen de uitgesproken smaken, verse kruiden en unieke bereidingswijzen. In Seraya Timur kun je bij Warung Sasak Seraya Ayam Taliwang eten voor Rp 45.000 en Beberuk voor Rp 20.000. In Padangbai staat Restoran Lombok Indah bekend om Plecing Kangkung (Rp 18.000) en Sate Rembiga (Rp 30.000). Warung Bugbug Asli in Bugbug serveert verschillende Sasak-soepen en sambals. Ayam Taliwang wordt gemarineerd met hete pepers, knoflook en nootjes, en daarna gegrild boven houtskool. Op Bali krijgen deze gerechten vaak een eigen draai, bijvoorbeeld door het gebruik van Balinese citroenbasilicum of een mildere smaak, zodat ze aansluiten bij de lokale voorkeuren.
De samenwerking tussen Balinese en Sasak-koks zorgt voor steeds meer fusiongerechten. Chefs combineren manieren van koken en ingrediënten uit beide keukens en maken zo nieuwe smaken. Bij Locavore in Ubud maakt Chef Eelke Plasmeijer een Bebek Taliwang met Balinese sambal matah. In Seminyak heeft Chef Wayan Kresna bij Kaum de Lawar Plecing bedacht, waarin Balinese lawar wordt gemengd met Sasak-sambal. Bebek Taliwang is eend gemarineerd in Taliwang-kruiden, langzaam gegaard en geserveerd met Balinese groentesalade. Lawar Plecing mixt fijngehakte groenten, kokos en varkensvlees met een Sasak-plecing-saus. Lokale gasten waarderen deze nieuwe smaken, terwijl toeristen vooral de balans tussen pittigheid en frisheid noemen in hun beoordelingen.
Ingrediënten en manieren van koken uit de Sasak-keuken zorgen voor meer afwisseling in de Balinese eetcultuur. Op lokale markten zijn steeds meer bijzondere kruiden te vinden. Zwarte noot, oorspronkelijk gebruikt in Sasak-stoofpotten, wordt nu ook toegevoegd aan Balinese gerechten. Candlenuts vormen de basis voor sauzen en sambals, en hete pepers zijn niet meer weg te denken uit beide keukens. Op Pasar Badung in Denpasar, bij kraam 17-19 in sectie D, vind je een verkoper die gespecialiseerd is in Sasak-kruiden. Op Pasar Klungkung verkoopt de kraam “Rempah Lombok” dagelijks deze specerijen. Gerechten zoals Sasak-rundvleesstoofpot met zwarte noot, knoflook, candlenuts en gemberwortel, en Balinese sambal met Sasak-invloeden worden steeds populairder. In Ubud proberen chefs Sasak-manieren van fermenteren uit voor het maken van nieuwe sambals en tempeh-varianten.