Stel je voor: je staat op Bali en vraagt je af wat voor weer je kunt verwachten. Het eiland kent eigenlijk twee duidelijke seizoenen. Van april tot september is het droog. Je merkt het meteen: de lucht voelt minder plakkerig, de zon schijnt volop en er waait een fijne bries die de warmte net wat aangenamer maakt.
Vanaf oktober tot en met maart verandert het weer. Dan valt er regelmatig regen, de lucht wordt vochtiger en alles voelt wat zwaarder aan. De overgang tussen deze seizoenen gaat meestal geleidelijk. In maart/april en september/oktober zie je vaker wolken en valt er af en toe een bui. Door klimaatverandering zijn deze overgangen trouwens minder voorspelbaar geworden. Soms schuiven ze zomaar twee tot drie weken op.
Hieronder zie je de belangrijkste verschillen tussen het droge en natte seizoen overzichtelijk in een tabel:
Droge seizoen | Natte seizoen | |
---|---|---|
Maanden | Apr-Sep | Okt-Mrt |
Temp. overdag | 28-32°C | 29-33°C |
Temp. nacht | 22-25°C | 23-26°C |
Luchtvochtigheid | 60-70% | 75-90% |
Regen | Weinig | Veel |
Wind | Fijn, koel | Zwaar, vochtig |
In het droge seizoen ligt de temperatuur overdag tussen 28 en 32 graden. ’s Nachts koelt het af naar 22 tot 25 graden. De luchtvochtigheid blijft dan redelijk comfortabel, rond de 60 tot 70 procent. Tijdens het regenseizoen wordt het iets warmer: 29 tot 33 graden overdag en 23 tot 26 graden ’s nachts. De luchtvochtigheid stijgt dan flink, tot wel 90 procent. De meeste regen valt in december en januari, vaak in de namiddag of avond.
De lokale bevolking past hun leven aan het weer aan. Boeren en vissers plannen hun werk rondom de seizoenen. Ook religieuze ceremonies worden vaak afgestemd op het weer. Zo zie je dat het klimaat echt het ritme van het eiland bepaalt.
Elke maand op Bali heeft z’n eigen karakter. Januari en februari zijn het natst. Je kunt dan rekenen op 200 tot 350 millimeter regen, 20 tot 25 regendagen en maar 4 tot 6 uur zon per dag. Toch blijft het warm: 29 tot 32 graden overdag en 24 tot 26 graden ’s nachts.
In maart wordt het al wat droger. Er valt minder regen (120 tot 200 millimeter) en je ziet de zon vaker (6 tot 7 uur per dag). April is het begin van het droge seizoen. Je hebt dan nog maar 8 tot 12 regendagen en steeds meer zon.
Mei tot augustus zijn de droogste maanden. Soms valt er nauwelijks regen (20 tot 80 millimeter), met slechts 2 tot 8 regendagen en veel zon (8 tot 10 uur per dag). De temperaturen zijn dan wat milder, vooral in juli en augustus: 28 tot 30 graden overdag, 21 tot 23 graden ’s nachts.
In september begint de overgang naar het natte seizoen. Oktober is vaak de echte omslag, met 60 tot 120 millimeter regen. November en december worden steeds natter en het aantal zonuren neemt af.
Soms wijkt het weer af. Denk aan tropische stormen in januari of februari, hittegolven in september of oktober, of zware onweersbuien in maart en november. Deze maandelijkse patronen zijn belangrijk voor het dagelijkse leven en handig als je je reis wilt plannen.
Het klimaat op Bali draait om de moessons. Twee grote winden bepalen het ritme van het eiland. De westmoesson (musim barat) is er van november tot maart. Die brengt vochtige lucht vanaf de Indische Oceaan en zorgt voor het natte seizoen. De wind komt dan uit het zuidwesten tot westen, met snelheden van 15 tot 30 kilometer per uur. Vooral aan de west- en zuidkust merk je dat: het regent er vaker en de luchtvochtigheid is hoog.
De oostmoesson (musim timur) waait van mei tot september. Dan komt de wind uit het zuidoosten tot oosten, met snelheden van 10 tot 25 kilometer per uur. De lucht is droger en het regent veel minder. Het verschil tussen regio’s is groot. De zuid- en westkust krijgen veel meer regen tijdens de westmoesson, terwijl het aan de noord- en oostkust vaak droger blijft.
Deze seizoenspatronen zijn verweven met de Balinese cultuur. Ze bepalen het ritme van de rijstteelt via het traditionele subak-irrigatiesysteem, de activiteiten van vissers en de timing van religieuze festivals. Boeren beginnen met planten bij de start van het natte seizoen en oogsten tegen het einde van het droge seizoen.
Soms gooit het weer op Bali alles om. Dat gebeurt door El Niño en La Niña. Tijdens El Niño-jaren, zoals in 2015 en 2019, valt er tot 40 procent minder regen in het natte seizoen. Het blijft dan langer droog en het risico op bosbranden neemt toe. Boeren hebben het zwaar: er is minder water, de rijstopbrengst daalt en de voedselproductie komt in de knel. Voor toeristen betekent dit meer zon, maar ook kans op hittegolven.
La Niña doet precies het tegenovergestelde. In jaren zoals 2016 en 2022 valt er juist 30 tot 50 procent meer regen dan normaal. Dit zorgt voor overstromingen, modderstromen in de bergen, vertraagde oogsten en schade aan wegen en gebouwen. De watervoorziening wordt direct beïnvloed. Tijdens El Niño dalen de waterstanden in rivieren en reservoirs flink, waardoor er beperkingen zijn voor irrigatie en drinkwater. Voor reizigers betekent La Niña meer regenachtige dagen, terwijl El Niño meer zonuren biedt maar ook het risico op extreme hitte vergroot.
Deze klimaatverschijnselen zijn een groeiende uitdaging voor de natuur en economie van Bali.
Bali is het hele jaar door behoorlijk vochtig. In het droge seizoen ligt de luchtvochtigheid tussen de 70 en 80 procent. Tijdens het regenseizoen kan dit zelfs oplopen tot 95 procent. Aan de kust, bijvoorbeeld in Kuta en Sanur, is het meestal 75 tot 90 procent vochtig. In hoger gelegen gebieden zoals Ubud en Bedugul is het vaak nog vochtiger.
Je merkt het meteen: je zweet meer, wordt sneller moe en kunt sneller uitdrogen. Ook huidproblemen komen vaker voor. Je spullen kunnen er ook last van hebben. Denk aan kleding en schoenen die gaan schimmelen, of elektronica die sneller stuk gaat.
Wat kun je doen? Draag luchtige kleding, gebruik talkpoeder en zorg dat je kleding goed droogt. Kies voor accommodaties met airco of goede ventilatie. In de bergen zijn open bungalows vaak fijn, aan de kust is een kamer met airco prettiger. Probeer zware inspanning in de middag te vermijden.
Omdat Bali dicht bij de evenaar ligt, is de zonkracht het hele jaar door sterk. Tussen 10:00 en 16:00 uur ligt de UV-index meestal tussen de 10 en 12, met pieken tot 14 in maart, april, oktober en november. Je kunt dus al binnen 15 minuten verbranden, zelfs als het bewolkt is.
Bescherm jezelf goed: gebruik zonnebrand met factor 50, draag een hoed, zonnebril en UV-werende kleding. Blijf tussen 11:00 en 15:00 uur zoveel mogelijk in de schaduw. Waterbestendige zonnebrand en aftersun met aloë vera helpen je huid te verzorgen. Vergeet ook je lippen niet te beschermen met een balsem met SPF.
Wil je naar het strand of iets actiefs doen? Ga dan bij voorkeur voor 10:00 uur of na 16:00 uur naar buiten. Dan is de zon minder fel en kun je langer genieten.
De temperatuur op Bali verschilt flink per regio. Aan de zuidkust bij Kuta en Seminyak is het overdag meestal 29 tot 32 graden. ’s Nachts daalt het naar zo’n 24 tot 26 graden. De noordkust rond Lovina is vaak iets warmer, vooral in het droge seizoen, met temperaturen van 30 tot 33 graden.
In de centrale hooglanden bij Ubud merk je duidelijk verschil: overdag is het 26 tot 29 graden en ’s nachts koelt het af tot 20 tot 23 graden. In berggebieden zoals Kintamani is het overdag 20 tot 24 graden en ’s nachts 14 tot 18 graden, vaak met ochtendmist. Deze verschillen komen door hoogte, afstand tot zee en wind. In de hooglanden is een trui voor de avond handig, terwijl je aan de kust genoeg hebt aan luchtige kleding.
Hieronder zie je een overzicht van de gemiddelde temperaturen per regio:
Regio | Overdag | ’s Nachts |
---|---|---|
Zuidkust | 29-32°C | 24-26°C |
Noordkust | 30-33°C | 25-27°C |
Ubud | 26-29°C | 20-23°C |
Kintamani | 20-24°C | 14-18°C |
Bedugul | 20-24°C | 15°C |
Amed | 30-34°C | 24-26°C |
Bali heeft niet alleen grote klimaatverschillen, maar ook kleine microklimaten. In het Bedugul-gebied is het bijvoorbeeld koel en vochtig, met veel mist. De temperatuur ligt er tussen 20 en 24 graden overdag en daalt ’s nachts tot ongeveer 15 graden. De luchtvochtigheid is hoog en er valt veel regen.
De oostkust rond Amed is juist droger en warmer, met temperaturen tot 30 tot 34 graden, weinig regen en lage luchtvochtigheid. Het Bukit-schiereiland bij Uluwatu en Jimbaran heeft vaak wind en minder regendagen. De prettige temperaturen maken het daar fijn voor watersport.
Deze kleine klimaten ontstaan door bergen die regenwolken tegenhouden, de nabijheid van meren zoals in Bedugul, of de open ligging aan zee zoals bij Amed en Bukit. Hierdoor groeien er verschillende planten, leven er andere dieren en zie je uiteenlopende landbouwproducten: van aardbeien in het koele Bedugul tot zoutwinning in het droge Amed.
Tijdens het regenseizoen kunnen sommige delen van Bali onderlopen, vooral in laaggelegen kustgebieden en langs rivieren. Kuta, Legian, Denpasar en de omgeving van Ubud en Gianyar lopen het grootste risico. Oorzaken zijn vaak slechte afwatering, verstopte riolen, verstedelijking en zware regenval.
In januari 2020 en februari 2022 waren er flinke overstromingen in Kuta, Ubud, Denpasar en Gianyar, met schade aan wegen, hotels en tempels. Voor reizigers betekent dit soms afgesloten wegen, vertragingen en geannuleerde excursies. Reis je in het regenseizoen? Vermijd dan bij zware regenval de laaggelegen gebieden, vraag bij je accommodatie naar de actuele omstandigheden en neem waterdichte schoenen en een regenjas mee.
Mount Agung en Mount Batur hebben veel invloed op het weer en de natuur op Bali. Als Mount Agung uitbarst, zoals in 2017, wordt het tijdelijk koeler doordat aswolken het zonlicht tegenhouden. Dit zorgt voor koelere dagen, slechtere lucht en problemen met vliegverkeer.
Mount Batur barst minder vaak uit, maar zorgt wel voor mist en lagere temperaturen in de buurt. Door de vulkanische activiteit is de grond rondom deze bergen erg vruchtbaar, wat goed is voor rijstvelden en groene natuur. Rond de vulkanen ontstaat een eigen klimaat met koelere lucht, meer vocht en extra regen aan de windkant. Hierdoor leven er bijzondere planten en dieren in deze gebieden.
Wind en golven verschillen per seizoen en plek op het eiland. Dat is belangrijk voor surfers, vissers en boten. In het droge seizoen (mei-september) waait er een stevige zuidoostelijke wind van 15 tot 30 knopen. Surfers gaan dan vooral naar de westkust bij Kuta en Uluwatu, terwijl kitesurfers beter terecht kunnen bij Sanur en Nusa Dua.
In het regenseizoen (oktober-april) is de wind zwakker en regent het meer. Surfers zoeken dan de oostkust op bij Keramas en Nusa Lembongan, en kitesurfen is dan minder populair. Het Bukit-schiereiland heeft vaak veel wind en hoge golven, terwijl het aan de noordkust bij Lovina juist rustig blijft – ideaal om te duiken en snorkelen.
De wind bepaalt ook wanneer vissers uitvaren. Bij te hoge golven worden boottochten tussen Bali en Lombok soms afgelast.