Stel je voor: je loopt over Bali en overal waar je kijkt, zie je sporen van oude wijsheid. De vier Brahmavihara’s – metta (liefdevolle vriendelijkheid), karuna (mededogen), mudita (meevreugde) en upekkha (gelijkmoedigheid) – zijn hier niet zomaar begrippen. Ze zijn verweven met het dagelijkse leven, het geloof en de manier waarop mensen met elkaar omgaan.
Deze ideeën komen oorspronkelijk uit het boeddhisme, maar op Bali zijn ze helemaal opgenomen in het lokale hindoeïsme. Je merkt het in de Tri Hita Karana-filosofie, die draait om harmonie tussen mensen, natuur en het goddelijke. Kijk maar eens rond: bij tempels, tijdens ceremonies, of gewoon in de manier waarop mensen elkaar begroeten en samenleven. De Brahmavihara’s vormen de basis voor de relatie tussen Balinezen onderling, met de natuur en met het spirituele. Je ziet ze terug in tempels, bij offers en in dagelijkse handelingen.
Hieronder vind je een overzicht van de vier Brahmavihara’s, hun betekenis en voorbeelden uit het Balinese leven:
Brahmavihara | Betekenis | Voorbeeld Bali |
---|---|---|
Metta | Vriendelijkheid | Melasti, Ngaben |
Karuna | Mededogen | Metatah, Otonan |
Mudita | Meevreugde | Galungan, Kuningan |
Upekkha | Gelijkmoedigheid | Pawukon, rampen |
Laten we beginnen met metta. Op Bali is liefdevolle vriendelijkheid niet alleen iets voor jezelf, maar iets wat je samen doet. Je ziet het bijvoorbeeld tijdens het Melasti-ritueel, waar mensen samen naar zee gaan om heilige voorwerpen te reinigen. Ze tonen respect voor de zee en zuiveren negatieve energieën, niet alleen voor zichzelf, maar voor de hele gemeenschap.
Ook bij de Ngaben, de crematieceremonie, draait het om metta. De hele gemeenschap helpt om de ziel van de overledene liefdevol naar het hiernamaals te begeleiden. En kijk naar de dagelijkse canang sari-offers: kleine mandjes met bloemen en rijst, neergelegd voor huizen en tempels. Daarmee tonen Balinezen vriendelijkheid aan voorouders, natuurgeesten en zelfs dieren. Op Bali hoort iedereen erbij – mensen, dieren, planten en geesten. Metta is echt overal.
Karuna, oftewel mededogen, is op Bali een kernwaarde. Je ziet het in rituelen die bedoeld zijn om lijden te verzachten en welzijn te bevorderen. Neem de Metatah, de tandenvijlceremonie. Jongeren worden liefdevol begeleid naar volwassenheid, met steun van familie en gemeenschap.
Of kijk naar Otonan, de viering van een geboortedag. Hier draait het om bescherming en zegen voor het kind, met aandacht voor kwetsbaarheid. Balinezen tonen karuna ook door goed te zorgen voor heilige tempeldieren, zoals witte koeien en vogels. Zelfs in de traditionele geneeskunde, Usada Bali, zie je mededogen terug: genezers helpen mensen met aandacht en zorg.
Ook in de omgang tussen verschillende kasten komt karuna naar voren. Tijdens tempelfeesten delen mensen uit hogere kasten hun offers met anderen, zodat iedereen mee kan doen en er harmonie blijft in de gemeenschap.
Hieronder zie je een overzicht van Balinese rituelen en hun link met de Brahmavihara’s:
Ritueel | Waarde | Doel |
---|---|---|
Melasti | Metta | Reiniging zee |
Ngaben | Metta | Ziel begeleiden |
Metatah | Karuna | Volwassenheid |
Otonan | Karuna | Bescherming kind |
Galungan | Mudita | Vreugde delen |
Kuningan | Mudita | Samen vieren |
Mudita, of meevreugde, is de lijm die de Balinese samenleving bij elkaar houdt. Je merkt het vooral tijdens grote feestdagen zoals Galungan en Kuningan. Iedereen viert samen, danst, eet en brengt offers. Het draait om het delen van vreugde, niet alleen met familie, maar met de hele gemeenschap.
Ook in de kunst zie je mudita terug. Denk aan traditionele dansen zoals Legong en Kecak, waar mensen samen schoonheid en harmonie ervaren. De banjar, de lokale dorpsorganisatie, organiseert regelmatig sociale en religieuze activiteiten. Zo blijft het gevoel van samen vreugde beleven sterk aanwezig op Bali.
Upekkha, oftewel gelijkmoedigheid, is misschien wel het geheim achter de Balinese rust. Het leven op Bali draait om balans tussen tegenstellingen. Goed en kwaad, licht en donker – alles hoort erbij. Balinezen noemen dat rwa bhineda, oftewel dualiteit.
Het idee van sekala-niskala, de zichtbare en onzichtbare wereld, vraagt om een evenwichtige houding. Je accepteert wat er gebeurt, ook als het tegenzit. Tijdens natuurrampen, zoals een vulkaanuitbarsting, proberen mensen kalm te blijven en betekenis te vinden in wat er gebeurt. De Balinese kalender, pawukon, wisselt gunstige en minder gunstige dagen af. Zo leren mensen omgaan met de ups en downs van het leven, zonder zich te veel te laten meeslepen.
Het hindoeïsme op Bali is een unieke mix. Je vindt er elementen uit het hindoeïsme, boeddhisme, animisme en lokale tradities. Dit zie je terug in de manier van denken, de dagelijkse gewoontes en zelfs in de bouw van tempels.
De Brahmavihara’s zijn helemaal verweven met het dagelijks leven. Harmonie in de gemeenschap is belangrijk, en oude tradities leven voort in de omgang met natuurgeesten en het landschap. Je merkt het bijvoorbeeld als mensen offers brengen aan een boom of een rivier, uit respect voor de spirituele krachten die daar volgens de traditie wonen.
De vier Brahmavihara’s zijn niet alleen theorie, maar echte leidraad voor het leven op Bali. In oude teksten zoals de Lontar Siwa Tattwa en Lontar Bhuwana Kosa worden ze genoemd als eigenschappen die je helpen groeien en in balans te blijven.
Religieuze leiders geven hun eigen draai aan deze waarden. Hoogpriesters richten zich op de ideeën, tempelbewakers op de rituelen en traditionele genezers verwerken de Brahmavihara’s in hun praktijk. Zelfs in de tempelbouw zie je het terug: de pura dalem, pura desa en pura puseh staan elk voor een ander aspect van de Brahmavihara.
In Balinese tempels worden speciale meditatievormen beoefend die gericht zijn op het ontwikkelen van de Brahmavihara’s. Vaak zijn deze meditaties verbonden met rituelen, mantra’s en symbolische handgebaren.
Tijdens ceremonies worden mantra’s opgezegd en handgebaren gemaakt om liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, meevreugde en gelijkmoedigheid te versterken. Heilig water, tirta, speelt een grote rol. Dit water wordt gezegend met intenties die passen bij de Brahmavihara’s en gebruikt om lichaam en geest te reinigen.
De Brahmavihara’s zijn niet alleen iets voor in ashrams of tempels. Je ziet ze overal terug: in dorpen, families en tijdens gewone ontmoetingen. In spirituele centra leer je hoe je deze waarden in je eigen leven kunt toepassen. Priesters, ouderen en leiders geven ze door tijdens ceremonies, rituelen en gesprekken. Zo blijven de Brahmavihara’s levend en worden ze steeds weer doorgegeven aan nieuwe generaties.
Elke ashram op Bali heeft zijn eigen manier om de Brahmavihara’s te leren. In Ratu Bagus Ashram draait het om energieoefeningen en samen zingen. Hier staan liefdevolle vriendelijkheid en mededogen centraal tijdens groepssessies en healing. Je oefent deze waarden met lichamelijke en vocale oefeningen die de energie versterken.
Munivara Ashram kiest voor yoga, meditatie en traditionele rituelen, met aandacht voor meevreugde en gelijkmoedigheid. Je merkt dat er westerse invloeden zijn, zoals mindfulness en moderne yoga, maar de kern blijft trouw aan de Balinese traditie. Zo ontstaat er een mix die zowel locals als internationale bezoekers aanspreekt.
De tempelpriesters (pemangku) op Bali zijn de dragers van de Brahmavihara-waarden. Hun dag bestaat uit offers brengen, mantra’s reciteren en reinigingsrituelen uitvoeren. De vier Brahmavihara’s komen steeds terug in hun handelingen.
Tijdens ceremonies en gewone gesprekken delen ze hun kennis via verhalen, zegeningen en advies. Hun rol is breder geworden: ze geven nu ook les en helpen de gemeenschap sterker te maken. Toch blijven de Brahmavihara’s de basis van hun spirituele leiderschap. Door hun dagelijkse inzet houden ze deze oude waarden levend en blijft de spirituele traditie op Bali bestaan.