Stel je voor: je zit in een raft, peddel in de hand, klaar om de Ayung rivier af te dalen. Dit is een van de spannendste dingen die je op Bali kunt doen. Je vaart een route van 12 kilometer, meestal van Kedewatan naar Sayan. Onderweg kom je zo’n 25 stroomversnellingen tegen. Je glijdt door diepe kloven, langs watervallen en dwars door tropisch regenwoud.
In het regenseizoen (november tot maart) is het water hoger en zijn de stroomversnellingen extra krachtig. Ben je er tussen april en oktober, dan is het droge seizoen. Het water is dan wat rustiger, maar het blijft een avontuur. Je hoeft dus niet bang te zijn dat het saai wordt.
Laten we even kijken wat je kunt verwachten per seizoen:
Seizoen | Waterstand | Stroomversnellingen | Waterkleur | Beleving |
---|---|---|---|---|
Regenseizoen | Hoog | Krachtig | Troebel | Spannend |
Droge seizoen | Laag | Rustiger | Helder | Uitdagend |
De stroomversnellingen op de Ayung zijn heel afwisselend. Je hebt makkelijke stukken (klasse II, kleine golven) en wat pittigere delen (klasse III+, met onregelmatige golven en technische bochten). Bekende plekken zijn bijvoorbeeld ‘Batu Belah’ met scherpe bochten en rotsen, ‘Twin Falls’ met een dubbele waterval, en ‘Canyon Run’, een smalle doorgang waar het water versnelt.
Goede aanbieders werken altijd met ervaren gidsen en zorgen voor je veiligheid met helmen en reddingsvesten. Zo’n tocht duurt meestal 2 tot 2,5 uur. Je hebt wel wat conditie nodig, want je moet peddelen, balanceren en sturen. Wil je het mooiste licht en de meeste rust? Ga dan vroeg in de ochtend, tussen 8 en 10 uur. In het regenseizoen zijn de stroomversnellingen spannender, in het droge seizoen is het water helder en zijn de stroomversnellingen wat milder, maar nog steeds leuk.
De Ayung rivier begint hoog in de bergen bij Kintamani, aan de zuidwestkant van de Gunung Batur. Het water stroomt zuidwaarts door Bangli, Gianyar en Badung, snijdt diepe kloven in het landschap en eindigt in de Straat van Badung bij Sanur. Over de hele lengte daalt de rivier zo’n 300 meter.
De rivierbedding is gevormd door vulkanische activiteit en eeuwenlange slijtage. De bodem bestaat uit basalt en andesiet. Bovenin zijn de hellingen steil en dichtbegroeid. Rond Ubud en Sayan zie je diepe ravijnen en uitgesleten kliffen. De breedte van de rivier varieert: bovenstrooms is het 5 tot 8 meter, benedenstrooms 20 tot 30 meter. In het regenseizoen kan het waterpeil zomaar met anderhalve meter stijgen.
Langs de Ayung vind je een van de meest gevarieerde regenwouden van Bali. De steile kliffen zijn begroeid met tropisch bos, vol varens en lianen. De rivier krijgt water van allerlei zijrivieren en watervallen, waarvan sommige alleen in het regenseizoen tevoorschijn komen.
In de kloven is het koeler dan daarbuiten – gemiddeld 2 tot 4 graden lager – en de luchtvochtigheid blijft het hele jaar boven de 85%. De kliffen kunnen tot wel 30 meter hoog worden, uitgesleten door het water in het vulkanische gesteente. Bekende watervallen zoals Tukad Cepung en Tegenungan geven het landschap extra karakter, met vallen tot 15 meter hoog. In het regenseizoen verschijnen er tijdelijke watervallen en kleine beekjes. In het droge seizoen worden sommige watervallen dunner. Het regenwoud beschermt de oevers tegen slijtage, zuivert het water en biedt onderdak aan veel dieren.
Hier zie je een paar bijzondere soorten die je rond de Ayung rivier kunt tegenkomen:
Soort | Voorbeeld | Leefgebied |
---|---|---|
Vogel | Bali Starling | Bosrand |
Vogel | Javan Kingfisher | Oever |
Vis | Bali-karper | Rivier |
Zoogdier | Langstaartmakaak | Regenwoud |
Plant | Kunyit | Bos |
Het gebied rond de Ayung is rijk aan planten en dieren, waaronder veel unieke en bedreigde soorten. De rivier en oevers bieden allerlei leefgebieden: snelstromend water, schaduwrijke bosranden en open zandbanken. Je kunt er bijzondere vogels spotten zoals de Bali Starling, de Javan Kingfisher en de Black-winged Starling. In het water zwemmen de Bali-karper en de Javaanse modderkruiper. Aan de oevers broeden ijsvogels en reigers. In het regenwoud leven langstaartmakaken, vliegende honden en verschillende vleermuizen.
Er zijn beschermingsprogramma’s voor bedreigde soorten zoals de Bali Starling, met lokale fokprojecten. Ook groeien er geneeskrachtige planten zoals kunyit (voor wondgenezing), temulawak (voor maagklachten) en daun sambung nyawa (helpt bij het reguleren van de bloeddruk).
Langs de Ayung vind je veel plekken die je echt wilt vastleggen. Denk aan watervallen, rotssculpturen en natuurlijke zwembaden. De Blangsinga waterval is met zijn 15 meter vooral indrukwekkend in het regenseizoen. Bij Telaga Waja zie je oude reliëfs in de kliffen – het licht is hier het mooist tussen zeven en negen uur ’s ochtends.
In het droge seizoen ontstaan bij Payangan natuurlijke infinity pools, die prachtig zijn bij zonsondergang. Voor sfeervolle foto’s is de vroege ochtend ideaal, als er mist boven het water hangt. Het regenseizoen zorgt voor krachtige watervallen, het droge seizoen voor helder weer en toegang tot pools en zandbanken.
Een groothoeklens werkt goed voor landschappen, een telelens voor vogels en details. Met een lange sluitertijd maak je mooie waterfoto’s, maar dan heb je wel een statief nodig. Sommige plekken bereik je alleen via steile paden of bamboebruggen, dus neem stevige schoenen en een waterdichte rugzak mee.
De Ayung rivier is belangrijk in het dagelijks leven en de spiritualiteit op Bali. Voor veel mensen is de rivier heilig en verbonden met tradities die draaien om balans tussen mens, natuur en het goddelijke.
Langs de rivier vinden verschillende rituelen plaats. Bijvoorbeeld de Melis-ceremonie in Carang Sari in april, waarbij mensen offers en heilig water naar de rivier brengen. Tijdens de Tumpek Uye-ceremonie, die draait om dieren, gebruiken ze water uit de Ayung voor zegeningen.
In verhalen is de rivier vaak het domein van Dewi Danu, de watergodin, en van beschermgeesten die over het water waken. Elk dorp langs de rivier heeft eigen rituelen en tempels voor de riviergoden. De Ayung vormt vaak een natuurlijke grens tussen dorpen, die allemaal hun eigen regels hebben voor watergebruik en -bescherming.
Door toerisme en nieuwe infrastructuur zijn sommige tradities veranderd. Processies zijn kleiner geworden en er is meer aandacht voor het milieu. Sommige ceremonies zijn aangepast of verplaatst omdat het waterpeil is veranderd.
Langs de Ayung staan verschillende tempels en schrijnen die belangrijk zijn voor de lokale bevolking. Deze tempels liggen vaak op plekken waar water samenkomt of waar bronnen ontspringen, en zijn gewijd aan verschillende goden.
Pura Dalem Segara Madhu, uit de 11e eeuw, is de oudste tempel in het gebied. Pura Tirta Empul Sudamala uit de 14e eeuw staat bekend om zijn heilige bron, die volgens verhalen door de god Indra is gemaakt. Pura Taman Mumbul, een kleinere tempel uit de 18e eeuw, speelt een rol bij lokale rituelen rond water en landbouw.
De tempels zijn gebouwd van zwarte lavasteen, hebben daken met meerdere lagen en open paviljoens voor ceremonies. Op de muren zie je reliëfs met verhalen uit de Mahabharata en Ramayana. Elke tempel is gewijd aan een specifieke god, zoals Batara Segara, Indra, Dewi Danu of lokale watergeesten.
Tijdens belangrijke feestdagen als Galungan, Kuningan en Saraswati worden grote rituelen gehouden. Maandelijks zijn er waterzuiveringsceremonies bij volle maan. Bezoekers moeten een sarong en sjerp dragen en hun schoenen uitdoen bij het betreden van het tempelterrein.
Langs de Ayung liggen dorpen die hun leven en cultuur aan het water te danken hebben. Elk dorp heeft eigen tradities, bouwstijl en sociale structuur die passen bij het landschap.
Petang, met zo’n 2.300 inwoners, staat bekend om bamboevlechten en landbouw. Bongkasa, waar ongeveer 3.100 mensen wonen, is beroemd om de Baris Jangkang-dans en het maken van zilveren sieraden. Carang Sari, met 1.800 inwoners, is een centrum voor traditionele geneeskunde.
In deze dorpen zijn ambachten als bamboevlechten, houtsnijwerk, batik en zilverwerk nog steeds belangrijk. De Baris Jangkang is een krijgsdans die alleen tijdens tempelfeesten in Bongkasa wordt uitgevoerd.
Dorpen zijn georganiseerd in banjar, kleine wijkgemeenschappen die zorgen voor waterbeheer en tempelonderhoud. Subak-verenigingen regelen de irrigatie en landbouwplanning.
Om met de tijd mee te gaan investeren dorpen in ecotoerisme en homestays, waarbij ze de traditionele bouwstijl behouden. Jongeren leren over hun cultuur via workshops en festivals. Gasten kunnen via homestays meedoen aan ceremonies, landbouw en ambachten, en lokale gidsen geven rondleidingen door rijstvelden en tempels.
De Ayung rivier voedt een netwerk van rijstterrassen dat het landschap van Bali echt kenmerkt. Via het Subak-systeem, een gezamenlijke manier van water verdelen die al eeuwen bestaat, stroomt rivierwater door bamboe leidingen en stenen verdeelpunten naar de velden. Plekken zoals Tegallalang en Jatiluwih laten goed zien hoe waterbeheer en natuur hier samenkomen. In elk Subak-gebied vind je een watertempel waar ceremonies worden gehouden voor een goede oogst. Het water wordt verdeeld via sluizen en kanalen, waarbij Subak-leiders dagelijks een oogje in het zeil houden.
Langs de Ayung werken meer dan twintig Subak-groepen samen om de rijstvelden te onderhouden. Elke groep bestaat uit tientallen tot honderden boeren die maandelijks samenkomen om afspraken te maken over watergebruik en landbewerking. Ze telen verschillende soorten rijst, zoals rode rijst, droogtebestendige soorten en snelgroeiende rassen. Welke soort ze kiezen hangt af van waar het veld ligt en het plaatselijke klimaat.
Het zaaien begint meestal in oktober of november, wanneer het regenseizoen start. De oogst volgt in februari-maart en opnieuw in juli-augustus. Deze planning sluit aan op de waterstanden van de rivier en de ceremonies bij de tempels. Boeren hebben steeds vaker te maken met onvoorspelbaar weer, waardoor ze overstappen op andere rijstsoorten en nieuwe manieren van irrigatie uitproberen. Ook de groei van steden en toerisme zorgt ervoor dat er minder ruimte en water overblijft voor de landbouw. Dit zet het traditionele systeem onder druk.
Elk jaar verdwijnt 5% van het bos in Kintamani. Dat zorgt voor erosie en een grotere kans op overstromingen. De rijstvelden in de buurt gebruiken landbouwchemicaliën die vissen doden en het water vervuilen. Ook hotels en verblijven in Ubud en Sayan dragen bij aan watervervuiling door hun afvalwater. De gevolgen zijn duidelijk: tussen 1990 en 2020 daalde het zuurstofgehalte in het water van 8,2 naar 6,1 mg/l. In de laatste twintig jaar nam de verscheidenheid aan vissen en andere waterdieren met 30% af.
Het Ayung River Restoration Project laat zien dat het anders kan. Sinds 2018 zijn er 15.000 lokale bomen geplant en is 12 kilometer oever hersteld. Bewoners helpen mee door de waterkwaliteit te controleren en illegale lozingen te melden. Dankzij deze samenwerking keren vissen terug en neemt erosie af in de aangepakte gebieden.
Er komen steeds meer natuurlijke zuiveringsmoerassen om afvalwater te filteren. Langs de oevers ontstaan gemengde landbouw- en bossystemen. Lokale jongeren en scholen doen mee aan leerprojecten en eco-tours, waardoor meer mensen het belang van de rivier inzien. Toch blijven er uitdagingen: geldtekort, conflicten tussen boeren en natuurbeschermers, en moeite met het handhaven van milieuregels in een gebied waar toerisme en economische groei vaak voorgaan.