Stel je voor: je loopt langs de kust van Bali en ziet een wirwar van wortels die half in het water staan. Dat zijn de mangrovebossen. Ze zijn niet alleen mooi, maar ook superbelangrijk voor het eiland. Mangroves, zoals de Rhizophora mucronata, hebben slimme trucjes om te overleven in zout water. Hun wortels filteren het zout eruit, zodat ze kunnen groeien waar andere bomen het opgeven.
Die wortels doen meer dan alleen de boom overeind houden. Ze houden zand en modder vast, waardoor er langzaam nieuw land ontstaat. En wist je dat mangrovebossen tot vijf keer meer koolstof opslaan dan tropische regenwouden? Dat is goed nieuws voor het klimaat. Ze werken ook als een soort natuurlijke waterzuiveringsinstallatie: zware metalen, pesticiden en andere troep worden uit het water gefilterd. Daardoor blijven de stranden schoner, wat vooral handig is op drukke plekken met veel toeristen.
In gebieden als Tahura Ngurah Rai en Perancak zie je dat mangroves stikstof en fosfor met 60 tot 80 procent verminderen. Dat betekent direct schoner water bij de stranden in de buurt. Je merkt het verschil echt als je er rondloopt.
Laten we eerlijk zijn: de kust van Bali krijgt het soms flink te verduren. Elk jaar trekken de moessonwinden over het eiland en slaan de golven hard tegen de kust. Mangrovebossen vormen dan een soort groene muur. Hun dichte wortels en bladeren breken de kracht van de golven en houden de kustlijn op z’n plek.
Een strook mangrove van 100 meter breed kan golven tot wel 70 procent kleiner maken. Dat scheelt echt als het stormt. En bij een tsunami werken ze als een buffer, wat belangrijk is omdat er in deze regio regelmatig aardbevingen zijn. In Sanur en Nusa Dua, waar kusterosie een groot probleem is, houden de mangrovewortels het zand en de modder vast. Ze verminderen windschade aan gebouwen langs de kust met 30 tot 50 procent en vertragen tsunami’s met een paar minuten. Dat geeft mensen net wat extra tijd om te vluchten.
In gebieden met gezonde mangrovebossen is de bodemerosie tot 80 procent lager. Sanur, Nusa Dua en Benoa Bay zijn plekken waar deze bescherming echt nodig is.
Als je door een mangrovebos loopt, valt meteen op hoeveel leven er is. Vogels, vissen, reptielen en allerlei kleine beestjes vinden hier een plek om te schuilen en op te groeien. Voor veel vissoorten zijn de mangroves een soort kraamkamer: ze beginnen hun leven tussen de wortels voordat ze de zee op gaan.
Ook trekvogels maken graag gebruik van de mangroves. Ze rusten hier uit tijdens hun reis over de Oost-Aziatische route. Je kunt er vogels spotten zoals de Balinese ijsvogel en de zwartkapijsvogel. En tussen de wortels scharrelen krabbensoorten rond die je nergens anders vindt dan in de mangroves van Bali.
Meer dan 60 vissoorten, zoals barramundi en snappers, starten hun leven in deze beschermde wateren. Elk jaar komen er duizenden trekvogels langs, zoals de Aziatische steltloper. Onderzoekers hebben zelfs vis- en krabbensoorten gevonden die uniek zijn voor de mangrovebossen van Bali.
Benieuwd waar je deze bijzondere bossen kunt zien? Bali heeft verschillende plekken met mangrovebossen, elk met hun eigen sfeer en mogelijkheden. Hier vind je een handig overzicht:
Gebied | Ligging | Bijzonderheden |
---|---|---|
Tahura Ngurah Rai | Kuta/Denpasar | Grootste bos, wandelpaden |
Nusa Lembongan | Zuidwest | Blauwe krabben, kajak |
Perancak | West-Bali | Rustig, vogels, vissers |
Lovina | Noord-Bali | Compact, vogelspotten |
De mangrovebossen op Bali zijn nooit hetzelfde. In het droge seizoen, van april tot en met oktober, zakt het water en zie je de wortels van de bomen goed boven de grond uitsteken. In het natte seizoen, van november tot en met maart, stijgt het water door de regen en het water uit de rivieren. Het landschap verandert dan zichtbaar.
De bomen bloeien en krijgen vruchten op vaste momenten in het jaar. Tijdens het droge seizoen vallen er meer bladeren en groeien er nieuwe scheuten. In het natte seizoen zie je juist meer bloemen en vruchten, zoals de bloei van Sonneratia alba in november en december, en de vruchtvorming van Avicennia marina in de eerste maanden van het jaar.
Door de regen wordt er meer zand en slib aangevoerd, waardoor het landschap langzaam verandert. Bij hoogwater zwemmen er meer vissen en krabben tussen de wortels, terwijl je bij laagwater juist meer vogels ziet. Zo blijft het gebied steeds in beweging en valt er altijd iets nieuws te ontdekken.
Mangrovebossen op Bali hebben het zwaar. Menselijke activiteiten zorgen voor flinke problemen. Hier zie je de belangrijkste bedreigingen en wat ze betekenen:
Bedreiging | Impact | Locatie |
---|---|---|
Benoa Bay-project | 700 ha bedreigd | Tahura Ngurah Rai |
Plastic afval | +40% sinds 2000 | Kust, toerisme |
Illegale houtkap | 150 ha/jaar | West-Bali |
Garnalenkwekerijen | 300 ha verloren | Noord-Bali |
Totaal verlies | 40% sinds 1980 | Hele eiland |
Gelukkig gebeurt er ook veel om de mangrovebossen te beschermen. Het Mangrove Conservation and Education Center in Denpasar ontvangt elk jaar zo’n 10.000 bezoekers en heeft al 20 hectare mangrove opnieuw aangeplant. Op Serangan werkt de Friends of the National Parks Foundation aan het herstel van 50 hectare mangrove, waarbij 70 tot 80 procent van de nieuwe aanplant het goed doet.
Dorpsraden (banjar) zetten vrijwilligers in om illegale houtkap tegen te gaan en delen hun kennis bij herstelprojecten. Deze initiatieven werken samen met internationale organisaties zoals Wetlands International. Ze krijgen steun van donaties, overheidssubsidies en inkomsten uit ecotoerisme. Meer dan 500 lokale gezinnen doen actief mee aan deze projecten.
De mangrovebossen op Bali bestaan vooral uit soorten die goed passen bij het lokale klimaat. Rhizophora mucronata, met opvallende luchtwortels en zaden die al aan de boom kiemen, zie je veel in Tahura Ngurah Rai. Avicennia marina, die zout via de bladeren afscheidt, groeit vooral in Noord- en West-Bali en kan snel nieuwe gebieden innemen.
Sonneratia alba, met grote sponsachtige wortels, bloeit vooral in het natte seizoen en vind je vooral bij Perancak. Minder voorkomende soorten zoals Bruguiera gymnorhiza en Ceriops tagal groeien alleen op kleine plekken en zijn gevoelig voor verstoring. De grote genetische variatie binnen deze mangroves is belangrijk om zich aan te passen aan klimaatveranderingen.
Mangrove speelt een verrassend grote rol in het dagelijks leven op Bali. De bast van de Rhizophora wordt bijvoorbeeld gebruikt als natuurlijk middel tegen koorts en diarree. Bladeren van de Avicennia helpen bij huidinfecties. In kustdorpen zoals Perancak en Nusa Lembongan is het sterke mangrovehout belangrijk voor vissersboten, huispalen en woningen.
Vroeger werd mangrovehout ook gebruikt bij tempelrituelen, maar dat gebeurt steeds minder. Door beschermingsmaatregelen is het gebruik van mangroves voor traditionele doeleinden flink afgenomen. Veel rituele toepassingen zijn inmiddels vervangen door betere alternatieven.
Mangrovebossen zijn een kraamkamer voor vissoorten die belangrijk zijn voor de visserij op Bali. In gebieden met gezonde mangroves is de visopbrengst duidelijk hoger dan in aangetaste zones. Barramundi, garnalen en krabben zijn de belangrijkste vangst.
In Nusa Lembongan en Perancak worden nog steeds traditionele vismethoden gebruikt. Vrouwen verzamelen hier met de hand krabben en schelpdieren met fuiken en vallen. De balans tussen visserij en bescherming zorgt voor nieuwe samenwerkingen, zoals visquota, seizoenssluitingen en voorlichting. Lokale gemeenschappen krijgen steeds meer inspraak in het beheer van de mangrovegebieden.
Ecotoerisme in de mangrovebossen groeit snel en helpt zowel de natuur als de lokale economie. In Nusa Lembongan kun je met een lokale gids een kajaktocht maken. De opbrengst wordt via dorpscoöperaties verdeeld, zodat iedereen profiteert.
Tahura Ngurah Rai trekt jaarlijks duizenden bezoekers die gebruik maken van wandelpaden, uitkijkplatforms en rondleidingen. Bij Benoa zijn fotografie-excursies bij zonsopgang populair, waarbij kleine groepen het gebied verkennen. In sommige dorpen komt tot dertig procent van het inkomen uit deze toeristische activiteiten.
Om de natuur te beschermen, blijven de groepen klein, is er aandacht voor afval en krijgen gidsen extra training. Daarnaast zijn er educatieve programma’s en workshops, zodat jongeren meer leren over mangrovebossen en zelf gids kunnen worden.