Stel je voor: je staat op een klif van dertig meter hoog aan de zuidwestkust van Bali, in de regio Jembrana. Hier vind je Pura Rambut Siwi, een tempel die uitkijkt over de Indische Oceaan. Als je richting het zuiden rijdt, kom je na zo’n tien kilometer uit bij Negara. Vanaf de tempel zie je de ruige kustlijn en hoor je de golven tegen de rotsen slaan. Op een heldere dag kun je zelfs Java aan de horizon spotten.
Het uitzicht verandert steeds. ’s Ochtends is het licht zacht en rustig, terwijl je bij zonsondergang diepe oranje en paarse tinten over het water ziet dansen. In de buurt liggen de dorpen Yeh Embang Kangin en Yeh Embang Kauh, allebei op minder dan twee kilometer afstand. Medewi Beach, populair bij surfers, ligt ongeveer vijftien kilometer verder naar het oosten.
Hieronder zie je hoe ver de belangrijkste plekken van Pura Rambut Siwi liggen:
Plaats | Afstand | Richting |
---|---|---|
Negara | 10 km | Noord |
Yeh Embang Kangin | 2 km | Oost |
Yeh Embang Kauh | 2 km | Oost |
Medewi Beach | 15 km | Oost |
Java (zicht) | – | West |
Laten we even kijken waar de tempel precies ligt. Aan de ene kant heb je groene rijstvelden, aan de andere kant de oceaan. Dit is typisch Bali: balans tussen zee en bergen, iets wat ze hier “Nyegara Gunung” noemen. Pura Rambut Siwi speelt een rol in het beschermen van zowel het land als het water. Vooral voor boeren is deze plek belangrijk, want tijdens landbouwrituelen wordt water uit de tempelbron gemengd met het irrigatiewater.
De rijstvelden worden bevloeid via het eeuwenoude subak-systeem, waarbij water uit bronnen en rivieren eerlijk verdeeld wordt. In de omgeving zie je vooral rijst, kokosnoten en cassave groeien. De tempel wordt gezien als beschermer van deze velden. Ook de zee is belangrijk: de stroming voor de kust, beïnvloed door de Lombok-stroom, zorgt voor sterke getijden. Vooral bij volle maan speelt dit een rol bij reinigings- en zegeningsrituelen.
Hier zie je wat er zoal wordt verbouwd rond de tempel:
Product | Gebruik |
---|---|
Rijst | Voedsel, offers |
Kokosnoten | Voedsel, olie |
Cassave | Voedsel |
Als je van fotografie houdt, zit je hier goed. De tempel combineert natuur en architectuur op een unieke manier. Je vindt er indrukwekkende trappen die naar een heiligdom op het strand leiden, de bekende gespleten poort (candi bentar) met uitzicht op zee, en opvallende zwarte parasols die mooi afsteken tegen de omgeving.
Wil je de beste foto’s maken? Ga dan bovenaan de hoofdtrap staan. Je kijkt dan uit op het strandheiligdom en de oceaan, vooral bij zonsondergang is dat spectaculair. De candi bentar is juist bij zonsopkomst bijzonder: het ochtendlicht valt er precies doorheen en zorgt voor een symmetrisch beeld. Op de binnenplaats zorgen de zwarte tedung-parasols voor een mooi contrast met de blauwe lucht, zeker als het helder weer is.
Let ook op de details: mozaïeken van vulkanisch zand en gebeeldhouwde slangen (naga’s) langs de trappen. Zulke details zie je niet vaak op Bali. Het landschap rond de tempel verandert trouwens met de seizoenen. In het regenseizoen (november-maart) is alles frisgroen, terwijl de rijstvelden in het droge seizoen (april-oktober) goudgeel kleuren.
Misschien vraag je je af waar die bijzondere naam vandaan komt. “Pura Rambut Siwi” betekent letterlijk “Tempel van het Vereerde Haar”. In de tempel wordt namelijk een haarlok bewaard. “Rambut” is het Balinese woord voor “haar” en “siwi” betekent in het Oud-Javaans “beschermen” of “eren”. Soms kom je ook de naam “Pura Siwi Rambut” tegen in oude teksten. De naam laat zien dat het heilige haar centraal staat, iets wat je bij meer tempels op Bali ziet. Toch is het woord “siwi” vrij zeldzaam, wat de bijzondere status van deze plek onderstreept.
Het verhaal van deze tempel begint bij Dang Hyang Nirartha, een priester uit Java die in de 16e eeuw naar Bali kwam. Hij groeide op in Kediri, Oost-Java, en kreeg zijn religieuze opleiding aan het hof van Majapahit. Nirartha bracht het hindoeïsme naar Bali en combineerde dat met lokale tradities. Hij zag de zee als iets heiligs. Naast Pura Rambut Siwi stichtte hij ook andere beroemde tempels, zoals Tanah Lot, Uluwatu en Sakenan.
Wat Pura Rambut Siwi uniek maakt, is de haarrelikwie en de link met de bescherming van landbouwgrond. Andere tempels richten zich meer op de zee of de bergen, maar hier draait het om balans tussen land en water.
In het hart van de tempel ligt een haarlok die volgens de verhalen door Dang Hyang Nirartha zelf is achtergelaten. Die haarlok wordt gezien als bron van kracht en bescherming. Het haar wordt bewaard in een vergulde houten kist, omwikkeld met witte en gele doeken, in het binnenste heiligdom van het tempelcomplex. Alleen hoge priesters mogen hier tijdens bepaalde rituelen bij komen.
Een belangrijk ritueel is het “Ngelinggihang Rambut”, waarbij de haarlok wordt gezegend met heilig water en bloemen. Haarrelikwieën zijn zeldzaam, maar je ziet ze ook in andere religies, zoals het boeddhisme en christendom. De lokale bevolking gelooft dat de haarlok genezing brengt en bescherming biedt tegen natuurrampen.
De tempel is gebouwd volgens het traditionele Balinese ontwerp met drie zones: de buitenste hof (jaba pisan), de middelste hof (jaba tengah) en de binnenste, heilige hof (jeroan). Omdat de tempel op een klif ligt, sluiten de verschillende niveaus mooi aan op het landschap.
Voor de bouw is vooral gebruikgemaakt van lokaal vulkanisch gesteente en kalksteen uit West-Bali. De daken zijn bedekt met ijuk, een soort vezel van de suikerpalm die goed tegen de zoute zeelucht kan. Door de jaren heen is de tempel meerdere keren gerestaureerd, vooral na aardbevingen in de 19e en 20e eeuw. De ligging aan zee past bij het Balinese geloof dat de oceaan een zuiverende kracht heeft. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Tanah Lot bestaat Pura Rambut Siwi uit verschillende terrassen die de overgang van land naar zee benadrukken.
Het tempelcomplex bestaat uit verschillende schrijnen en paviljoens, elk met een eigen functie. Ze zijn gewijd aan bepaalde goden of natuurkrachten. De plaatsing van de schrijnen laat de Balinese kosmologie en de rangorde van de goden zien.
Belangrijke plekken zijn de Meru Tumpang Sanga, een toren met negen lagen voor Dang Hyang Nirartha, de Pelinggih Ida Batara Rambut Siwi waar het haar wordt bewaard, en de Bale Agung, het grote paviljoen voor gezamenlijke ceremonies. Andere schrijnen zijn gewijd aan Dewi Sri (de rijstgodin), Baruna (de zeegod) en lokale beschermgeesten.
Bij elke schrijn horen specifieke offers. Zo worden er witte en gele bloemen gebracht voor Dewi Sri en zwarte kippen voor Baruna. De tempel is rijk versierd met beeldhouwwerk van garuda’s, naga’s en demonenmaskers die bescherming bieden. De heiligste schrijnen liggen in de binnenste hof, volgens het idee van hoog-midden-laag.
Wat meteen opvalt bij Pura Rambut Siwi zijn de zwarte ceremoniële parasols. Ze bieden spirituele bescherming en markeren de extra heilige schrijnen. Deze parasols worden met de hand gemaakt door vakmensen uit Yeh Embang. Ze gebruiken zwarte katoen met gouden borduursels en kwastjes. Het frame is van bamboe en rotan, met een gouden top.
In de Balinese cultuur staat zwart voor bescherming tegen negatieve invloeden en het opnemen van kwaad. Het gebruik van zwarte parasols is typisch voor deze tempel. Op andere plekken op Bali zie je vaker witte, gele of rode parasols. Tijdens de jaarlijkse tempelceremonie worden de parasols vervangen en worden de oude volgens traditie verbrand.
Pura Rambut Siwi hoort bij de zes belangrijkste tempels die volgens de Balinezen zorgen voor het spirituele evenwicht op het eiland. Deze tempel beschermt het westen van Bali en is een belangrijk onderdeel van de lokale identiteit. Vissers en boeren uit de buurt komen hier bidden voor goede vangsten, veilige tochten op zee en een rijke oogst.
In de tempel worden goden als Ida Batara Rambut Siwi, Dewi Sri en Baruna vereerd. De tempel is een vast onderdeel van de Balinese religieuze kalender, vooral tijdens de piodalan, de tempelverjaardag die elke 210 dagen wordt gevierd. Mensen van het hele eiland komen hierheen om te bidden voor bescherming, vruchtbare grond en succes op zee.
Er zijn rituelen in Pura Rambut Siwi die je nergens anders op Bali precies zo tegenkomt. Deze ceremonies zijn sterk verbonden met lokale gewoonten en de natuur rondom de tempel.
Voor het Balinese nieuwjaar Nyepi is er bijvoorbeeld de Melasti-ceremonie. Hierbij worden heilige voorwerpen in een optocht naar het strand gebracht om te reinigen met zeewater. Tijdens de oogstperiode is er de Ngusaba Dodol-ceremonie, waarbij dodol (een kleverige rijstsnack) wordt gemaakt als offer aan Dewi Sri.
De tempel heeft een volle agenda met onder andere de Piodalan Rambut Siwi, Pagerwesi en Saraswati. De offers verschillen per gelegenheid, van bloemen en fruit tot dieren, afhankelijk van welke god wordt vereerd. De tempelpriester leidt deze ceremonies, vaak met gamelan-muziek en traditionele dansen zoals de Rejang. Wat deze tempel bijzonder maakt, is de aandacht voor bescherming van landbouw en visserij, met eigen variaties in offers en optochten.