Stel je voor: je wilt naar Bali en vraagt je af wanneer je het beste kunt gaan. Bali heeft een droog seizoen van mei tot en met september. Dan is het zonnig, perfect voor het strand of om te duiken. De temperatuur ligt meestal tussen de 28 en 32 graden. In juli en augustus is het wel drukker en zijn de prijzen hoger.
Ga je liever als het wat rustiger en goedkoper is? Dan is het regenseizoen (oktober tot april) een optie. Houd er wel rekening mee dat het dan vaker regent en sommige activiteiten minder goed te doen zijn. Mei, juni en september zijn vaak ideaal: lekker weer, minder drukte en nog betaalbaar.
Wil je bijvoorbeeld een vulkaan beklimmen? Dan zijn juni tot oktober de beste maanden. December tot februari kun je beter vermijden als je veel buiten wilt zijn, want dan regent het het meest.
Hoe kom je op Bali en hoe reis je rond? Hier een handig overzicht van vervoersopties en wat ze ongeveer kosten:
Vervoer | Duur | Kosten (IDR) |
---|---|---|
Taxi luchthaven-Ubud | 1 uur | 250.000-350.000 |
Veerboot Lombok | 4-6 uur | 50.000-60.000 |
Speedboot Lombok | 1,5-2 uur | 250.000-500.000 |
Scooterhuur | per dag | 60.000-80.000 |
Privéchauffeur | per dag | 500.000-700.000 |
Op Bali zelf is een scooter huren heel normaal (60.000-80.000 IDR per dag). Zet altijd een helm op en let extra goed op in het verkeer, vooral als het donker is. Wil je liever niet zelf rijden? Dan kun je een privéchauffeur regelen (500.000-700.000 IDR per dag). In de grotere steden kun je ook Gojek of Grab gebruiken, dat werkt net als Uber.
Wil je echt goedkoop reizen? Dan zijn er lokale minibusjes, maar die zijn vaak minder comfortabel.
Bali heeft voor iedereen een plek. Hier zie je per regio wat je kunt verwachten:
Regio | Type | Prijs (IDR) | Kenmerk |
---|---|---|---|
Noorden | Homestay/Ecolodge | 150.000-400.000 | Natuur |
Zuiden | Hostel/Villa | 100.000-2.000.000 | Surfers |
Westen | Resort/Hotel | 300.000-3.000.000 | Gezinnen |
Oosten | Guesthouse | 100.000-500.000 | Rust |
In het noorden, bijvoorbeeld Lovina, vind je vooral homestays en ecolodges. Die zijn eenvoudig, maar perfect als je van natuur houdt. In het zuiden, rond Kuta, zijn er veel hostels en villa’s. Hier kom je veel surfers en backpackers tegen.
Het westen, zoals Seminyak en Canggu, heeft meer resorts en hotels, ideaal voor stellen en gezinnen. In het oosten, bijvoorbeeld Amed, is het nog rustig. Je slaapt er in kleine guesthouses, vaak met minder luxe, maar wel veel rust.
Twijfel je tussen drukte of rust? In toeristische gebieden zoals Kuta, Seminyak en Ubud zijn de wegen goed, vind je veel restaurants, winkels, geldautomaten en medische hulp. Engels wordt hier veel gesproken en je hebt volop keuze in accommodaties en tours. Het is er wel duurder en drukker, vooral op het strand.
In het noorden en oosten is het leven eenvoudiger en goedkoper. De wegen zijn soms minder goed, voorzieningen zijn beperkt en geldautomaten zijn schaars. Je vindt er minder criminaliteit, maar hulp is er ook minder snel als er iets gebeurt. Engels wordt minder gesproken. Ideaal als je op zoek bent naar rust en het echte Bali.
Lombok ligt vlakbij en heeft een afwisselende kust met kleine eilanden. Je vindt er rustige baaien, levendige eilandjes en stranden met helder water en wit zand. De sfeer is relaxed, dus of je nu wilt chillen of juist actief bezig wilt zijn, er is voor ieder wat wils.
De Gili-eilanden zijn populair. Gili Trawangan is het drukst, met veel bars, clubs en duikscholen. Overdag kun je yoga doen of snorkelen, en ’s avonds is het gezellig bij de strandbars.
Gili Meno is juist heel rustig, ideaal voor stellen. Je vindt er weinig horeca, maar wel een romantische sfeer en luxe bungalows. Schildpadden spotten kan hier ook. Gili Air zit er een beetje tussenin: ontspannen, maar met genoeg strandbars en restaurants. Snorkelen en yoga zijn hier ook populair.
Op de Gili’s is geen gemotoriseerd vervoer. Je verplaatst je met de fiets of een paard en wagen. Tussen de eilanden varen lokale bootjes en speedboten, waarmee je ook naar Lombok of Bali kunt reizen.
Kuta Lombok is het centrum van de zuidkust. In de buurt liggen verschillende stranden met elk hun eigen sfeer. Tanjung Aan heeft wit zand en helderblauw water, perfect om te zwemmen of te relaxen bij een strandbar. Je komt er makkelijk met de scooter.
Selong Belanak is een brede baai waar het water langzaam dieper wordt, ideaal voor beginnende surfers. Je kunt er surflessen nemen en boards huren. Mawun is een rustige, halvemaanvormige baai omringd door natuur, met weinig voorzieningen. De regio verandert snel door nieuwe wegen en hotels, maar het is er nog steeds rustiger dan op andere bekende plekken.
Senggigi was jarenlang het bekendste toeristengebied van Lombok. Het strand is langgerekt, met zwart en goudkleurig zand en uitzicht op de vulkaan van Bali. Langs de kust vind je resorts en restaurants, en je kunt er verschillende watersporten doen.
Dichtbij ligt Nipah Beach, een vissersdorp waar je verse vis kunt eten. Malimbu Beach staat bekend om het uitzicht op de Gili-eilanden en de zonsondergang. Vanuit Senggigi maak je makkelijk dagtochten naar de Gili’s, watervallen of tempels. De hoofdstad Mataram ligt op twintig minuten rijden en is handig voor winkels en medische zorg.
Mount Rinjani steekt hoog boven het eiland uit en is populair bij wandelaars. De klim is pittig, maar onderweg word je beloond met een uitzicht op het kratermeer Segara Anak. Je kunt kiezen uit verschillende routes. De Senaru-route is wat lichter en duurt meestal twee tot drie dagen. Zoek je meer uitdaging? Dan is de Sembalun-route iets voor jou, die brengt je in drie tot vier dagen naar het hoogste punt op 3.726 meter. Voor de echte diehards is er de vierdaagse cirkelroute.
De beste tijd om te gaan is tussen juni en oktober, want in het regenseizoen is het park vaak dicht. Je hebt een vergunning nodig, die tussen de 1.500.000 en 3.000.000 IDR per persoon kost. Dit is inclusief gids, drager en maaltijden. Neem warme kleren en stevige schoenen mee, want het kan flink koud worden bovenop de berg.
Aan de voet van Mount Rinjani liggen een paar van de mooiste watervallen van het eiland. Tiu Kelep is krachtig en je kunt er zwemmen in helder, fris water. De wandeling erheen duurt ongeveer 45 minuten vanaf Senaru. Sendang Gile ligt dichtbij en is makkelijker bereikbaar; na een kwartier lopen ben je er al. Deze waterval heeft meerdere lagen.
Wil je meer zien? Ga dan naar Benang Stokel en Benang Kelambu bij Tetebatu. Benang Kelambu is bijzonder omdat het water over een groene, met mos bedekte wand stroomt. Benang Stokel heeft drie watervallen naast elkaar. De entree is goedkoop, meestal tussen 10.000 en 20.000 IDR. In de ochtend is het rustig en heb je mooi licht voor foto’s. Handig om mee te nemen: stevige schoenen, zwemkleding en een waterdichte tas voor je spullen.
In het zuidoosten ligt Tangsi Beach, beter bekend als Pink Beach. Het zand heeft een roze tint door fijngemalen rood koraal dat zich mengt met het witte zand. Hoe fel de kleur is, hangt af van het zonlicht en het getij. De roze tint zie je het beste in de ochtend en late middag.
Vanaf Mataram rijd je er in ongeveer tweeënhalf uur naartoe, het laatste stuk is over hobbelige wegen. Je kunt er komen met een scooter, auto of via een dagtour. Openbaar vervoer is er niet. Voor fotografen is een polarisatiefilter handig om de kleur goed vast te leggen. Er zijn een paar eenvoudige warungs, maar verder weinig voorzieningen. Neem dus zelf genoeg eten en drinken mee.
De zee rond het eiland is populair bij snorkelaars en duikers. De Gili-eilanden zijn makkelijk te bereiken en staan bekend om hun heldere water, kleurrijke koralen en schildpadden. Wil je meer rust? Ga dan naar de Secret Gilis: Gili Nanggu, Gili Sudak en Gili Kedis. Hier zijn de riffen ongerept en kom je weinig andere mensen tegen.
In het zuidwesten kun je goed macro-duiken en kleine zeedieren zoals naaktslakken en zeepaardjes spotten. Ervaren duikers kunnen naar Belongas Bay, vooral tussen juli en september, als je kans hebt op hamerhaaien en mobula rays. Duikscholen vind je in Senggigi, Kuta en op de Gili’s. Een Open Water cursus kost tussen 4.500.000 en 5.500.000 IDR, een losse duik tussen 500.000 en 700.000 IDR. In het seizoen (maart-mei) kun je soms manta rays zien. Walvishaaien zijn zeldzaam en worden vooral in het regenseizoen gezien.
Ben je benieuwd naar het echte dorpsleven? In dorpen zoals Tenganan, Penglipuran en Trunyan zie je hoe de Balinezen leven. Tenganan staat bekend om de bijzondere huizen en oude gewoontes, Penglipuran om de nette straten en bamboehuizen. In Trunyan, aan het Batur-meer, worden overledenen in bamboe kooien gelegd in plaats van begraven.
Het leven draait hier om familie en religieuze bijeenkomsten. De huizen zijn vaak gemaakt van bamboe, leem en hout, met daken van alang-alang gras. Het hindoeïsme speelt een grote rol, samen met oude animistische gebruiken. Als bezoeker draag je kleding die schouders en knieën bedekt en vraag je altijd of je foto’s mag maken.
Op Bali kom je veel handwerk tegen. Elk dorp heeft zijn eigen specialiteit. In Celuk maken zilversmeden sieraden met de hand. Mas is het dorp voor houtsnijwerk, waar kunstenaars beelden en maskers maken. Tenganan is beroemd om dubbel-ikat weven, waarbij de draden al geverfd zijn voordat het weven begint.
De patronen hebben vaak een diepere betekenis, bijvoorbeeld religieus of sociaal. Wil je iets kopen? Ga dan naar de makers zelf. Onderhandelen kan, maar doe het vriendelijk. Vraag gerust naar het verhaal achter het product, dat maakt het extra bijzonder.
Op Bali is er altijd wel een feest of ceremonie. Tijdens Galungan en Kuningan zijn de straten versierd met penjor, bamboestokken met offers. Voor Nyepi, de dag van stilte, is er een parade met grote poppen, de Ogoh-Ogoh. Bij Melasti lopen mensen in optocht naar zee voor een reinigingsritueel.
Ook bruiloften en crematies zijn indrukwekkend, met muziek, dans en kleurrijke offers. Als je een ceremonie bijwoont, draag dan bedekkende kleding, een sarong met sjerp, en doe je schoenen uit bij tempels. Vraag altijd of je foto’s mag maken.
De Balinese keuken zit vol smaak en kruiden. Bekende gerechten zijn babi guling (geroosterd speenvarken) en ayam betutu (gestoomde kip met kruiden). Lawar is een salade van groenten, kokos en vlees, met chili en limoen. Saté lilit is gekruid gehakt op een stokje van citroengras.
Op markten en in warungs vind je zoete snacks zoals klepon, rijstmeelballetjes met palmsuiker. Lokale dranken zijn onder andere arak (rijstwijn) en Bali-koffie. Kruiden als laos, citroengras, kemiri en koriander geven de gerechten hun typische smaak. Veel eten wordt bereid op houtskool of gestoomd in bananenblad.
Wil je echt Balinees eten proberen? Ga dan naar een lokale warung, de markt of een eenvoudig restaurant. Je vindt ze overal op het eiland.