Stel je voor: Bejiguwang bestaat al sinds de tijd dat Bali nog niet gekoloniseerd was. De wortels liggen diep in de oude koninkrijken Buleleng en Jembrana. Deze vechtkunst was niet alleen belangrijk voor militaire training, maar hielp de Balinese adel ook bij hun spirituele ontwikkeling.
Je merkt dat er invloeden uit Java zijn, vooral van het Majapahit-rijk. Toch blijft Bejiguwang echt Balinees, vooral door de nadruk op lokale rituelen en het contact met natuurgeesten. Tijdens de Nederlandse overheersing werd Bejiguwang stiekem beoefend. Het was een manier om de cultuur te beschermen en verzet te tonen.
In oude palmblad-manuscripten, zoals de “Lontar Bejiguwang Buleleng” en “Lontar Panglipur Jembrana”, vind je methodes, ideeën en rituelen terug. Die laten zien hoe bijzonder deze vechtkunst was en hoe belangrijk voor het beschermen van koningen.
Laten we eens kijken naar de belangrijkste meesters die Bejiguwang hebben doorgegeven en wat zij hebben betekend:
Meester | Periode | Bijdrage |
---|---|---|
I Made Regog | 1900 | Geheime training, codering |
I Ketut Rika | 1970s | Structuur, examens, scholen |
I Nyoman Suteja | heden | Digitaliseren, workshops, onderwijs |
Door de jaren heen hebben verschillende meesters ervoor gezorgd dat Bejiguwang bleef bestaan. Elke generatie had zijn eigen uitdagingen en paste de vechtkunst daarop aan.
Neem I Made Regog, begin 1900. Hij gaf geheime trainingen en schreef methodes op in gecodeerde teksten. Zijn invloed voel je nog steeds in de rituelen van nu. In de jaren ’70 kwam I Ketut Rika. Hij bracht meer structuur, voerde examens in en startte de eerste officiële scholen in West-Bali. Dankzij hem konden ook moderne leerlingen Bejiguwang leren.
Nu is I Nyoman Suteja de belangrijkste bewaarder. Hij digitaliseert oude teksten, geeft workshops aan jongeren en probeert Bejiguwang in het lokale onderwijs te krijgen. Daarbij blijft hij letten op de echtheid en de spirituele waarde.
Hier zie je waar Bejiguwang nu vooral wordt beoefend en wat de grootste uitdagingen en initiatieven zijn:
Plaats | Activiteit | Uitdaging | Initiatief |
---|---|---|---|
Melaya | Traditionele training | Jongeren kiezen toerisme | Video-opnames, scholen |
Negara | Kleine groepen | Commercie | Festival, demonstraties |
Tegenwoordig vind je Bejiguwang vooral in een paar dorpen in West-Bali. Families en lokale gemeenschappen houden de traditie levend. Ze zien het als erfgoed dat beschermd moet worden tegen modernisering en massatoerisme.
In Melaya en Negara zijn er nog steeds traditionele trainingen, meestal in kleine groepen. De grootste uitdaging? Veel jongeren kiezen liever voor een baan in het toerisme. Ook is er de verleiding om Bejiguwang commercieel te maken.
Om de vechtkunst te behouden, worden methodes nu vastgelegd op video. Bejiguwang krijgt een plek in lesprogramma’s van basisscholen in Jembrana. Tijdens het Bali Arts Festival zijn er demonstraties. Zo blijft de vechtkunst zichtbaar, zonder dat de echtheid verloren gaat.
Bejiguwang draait om lage houdingen en vloeiende, ronde bewegingen. Aanvallen en verdedigen lopen soepel in elkaar over. Je gebruikt je hele lichaam. Veel bewegingen zijn geïnspireerd op dieren die je op Bali tegenkomt.
Denk aan de ‘pauwenpalm’ of de ‘vuurcirkel’. De vijf basisbewegingen zijn afgeleid van de tijger, slang, aap, garuda en schildpad. Elk dier heeft een eigen manier van bewegen en van richting veranderen. Dat maakt Bejiguwang anders dan andere vechtkunsten op het eiland.
De band tussen meester en leerling is heel belangrijk. Rituelen en spirituele voorbereiding horen er gewoon bij. Als je begint, start je met een initiatie-ceremonie.
De training bouwt rustig op. Eerst werk je aan je conditie en houding. Daarna leer je de vijf basisbewegingen. Vervolgens komen moeilijkere technieken en uiteindelijk het gebruik van wapens.
Meditatie en spirituele oefeningen doe je vaak bij zonsopgang of zonsondergang. Meestal bij een tempel of in de natuur, waar het rustig en bijzonder aanvoelt.
Wapens komen pas later in je training aan bod. Ze zijn sterk verbonden met rituelen en tradities. De keris met dubbele spiraal staat voor het evenwicht tussen kracht en spiritualiteit.
De gebogen stok laat zien hoe belangrijk flexibiliteit en aanpassingsvermogen zijn. Het ronde schild staat symbool voor bescherming en balans. Elk wapen wordt ingezegend tijdens een ceremonie met offers aan voorouders en beschermgeesten.
Je leert deze wapens pas kennen als je genoeg groeit in techniek en spiritueel inzicht.
Bejiguwang hoort echt bij het dagelijks leven op Bali. Het gaat niet alleen om bewegingen, maar brengt mensen dichter bij de natuur, hun omgeving en het spirituele.
Alles draait om Tri Hita Karana: het zoeken naar balans tussen mens, natuur en het goddelijke. Tijdens trainingen horen meditatie, gebed en rituelen er gewoon bij. Zo vinden beoefenaars hun ‘taksu’ – inspiratie die van iets hogers komt.
Voor een gevecht worden er offers gebracht aan de voorouders (leluhur). Iedereen die Bejiguwang beoefent, leeft volgens de ethische regels van ‘dharma yudha’. Dat betekent dat je je vaardigheden inzet voor het goede en ook in het dagelijks leven eerlijk en bewust bent.
Bij grote Balinese ceremonies, zoals tempelfeesten en koninklijke gebeurtenissen, hoort Bejiguwang er altijd bij. De demonstraties zijn bedoeld om goden en voorouders te eren, maar ook om de gemeenschap te beschermen.
Elke beweging in het gevecht laat de strijd tussen goed en kwaad zien. De deelnemers dragen opvallende kostuums met diermotieven en traditionele make-up. Dat geeft hun optreden extra kracht.
De gamelan-muziek bepaalt het ritme van de demonstraties en zorgt voor de juiste sfeer.
Bejiguwang valt op door de eigen manier van bewegen en de achterliggende gedachte. Waar Adi Mregapati vooral draait om worstelen en kracht, draait Bejiguwang juist om soepele, ronde bewegingen en slim omgaan met kracht.
Bakti Negara, een stijl uit de vorige eeuw, is meer gestructureerd en heeft duidelijke invloeden van moderne zelfverdediging. Silat Perisai Diri, dat je ook op Bali vindt maar van oorsprong ergens anders vandaan komt, staat bekend om snelle, directe bewegingen.
Wat Bejiguwang bijzonder maakt zijn de dierlijke bewegingen, het gebruik van traditionele wapens en de sterke spirituele basis. Door deze combinatie heeft Bejiguwang een eigen plek binnen de Balinese vechtkunsten, waar cultuur en spiritualiteit altijd samenkomen met de praktijk.
Wil je Bejiguwang zelf meemaken? In de dorpen Melaya en Negara in West-Bali zijn trainingsplekken waar families deze vechtkunst al generaties lang doorgeven.
Tijdens het Bali Arts Festival in Denpasar zijn er vaak optredens van bekende Bejiguwang-groepen. Soms kun je als bezoeker meedoen aan een introductieworkshop. Voor echte lessen moet je langer blijven en je verdiepen in de lokale gewoonten en rituelen.
Bij tempels zoals Pura Dalem Ped op Nusa Penida en Pura Ulun Danu Beratan zijn er regelmatig optredens, vooral tijdens religieuze feesten. Hier zie je hoe cultuur, spiritualiteit en de vaardigheden van ervaren beoefenaars samenkomen.