Stel je voor: je staat op Bali, midden in een tempelceremonie. Je hoort een diepe, warme trommelklank die alles om je heen lijkt te verbinden. Dat is de Bayan. Deze dubbele trommel wordt hier al eeuwen gebruikt. De naam betekent letterlijk ‘drager van klank’ in het Oud-Balinees. In oude teksten uit de 17e eeuw kom je de Bayan al tegen, vooral bij belangrijke tempelrituelen.
Vroeger hoorde de Bayan bij koninklijke en religieuze gebeurtenissen. Denk aan heilige dansen, trance-rituelen en ceremonies. Nu zie je hem overal terug in Balinese gamelan-groepen. Door zijn bijzondere geluid en de ceremoniële betekenis heeft de Bayan nog steeds een speciale plek tussen de andere percussie-instrumenten op het eiland.
Ben je benieuwd hoe zo’n Bayan eruitziet en gemaakt wordt? Meestal wordt jackfruithout gebruikt, omdat dat stevig is en mooi klinkt. Voor de trommelvellen kiezen makers geiten- of koeienhuid. Dat bepaalt ook meteen het geluid: geitenhuid klinkt wat scherper, koeienhuid juist dieper.
De vellen worden vastgezet met een mix van hars en bijenwas. Het maken begint altijd met het uitzoeken van het juiste stuk hout, meestal in het droge seizoen. Daarna wordt de romp uitgehold, de huiden gespannen en de trommel gestemd met touw of rotan. In Noord-Bali zie je vaak parelmoerversieringen, terwijl in Zuid-Bali het houtsnijwerk juist eenvoudiger blijft.
Hier zie je in één oogopslag de belangrijkste onderdelen van de Bayan:
Onderdeel | Materiaal | Kenmerk |
---|---|---|
Romp | Jackfruithout | Duurzaam, warm |
Vellen | Geiten- of koeienhuid | Diepe klank |
Bevestiging | Hars, bijenwas | Stevig, flexibel |
Stemming | Touw, rotan | Verstelbaar |
Versiering | Parelmoer, hout | Noord/Zuid-stijl |
Misschien vraag je je af: hoe verschilt de Bayan van andere Balinese trommels? De bekendste andere trommel is de kendang. Die is groter en wordt meestal in paren bespeeld. De Bayan speelt vaak solo of als leidende trommel. Dan heb je nog de ceng-ceng, dat zijn eigenlijk bekkens, en de kajar, een kleine platte trommel die vooral het tempo aangeeft.
Wat de Bayan uniek maakt, is de diepe, warme klank die lang blijft hangen. De kendang klinkt juist scherper en korter. Om de Bayan te bespelen, gebruik je beide handen en sla je afwisselend op de vellen. Zo ontstaan ingewikkelde ritmes. Je hoort de Bayan vooral bij tempelceremonies en trance-rituelen. De kendang kom je vaker tegen bij dans, en de kajar houdt het tempo strak.
In een Balinese gamelan-groep is de Bayan niet te missen. In Gong Kebyar-ensembles bepaalt hij het tempo en leidt hij de overgangen tussen de verschillende delen van de muziek. Bij Semar Pegulingan ondersteunt de Bayan de langzame, dromerige melodieën met subtiele ritmes. In Angklung-groepen helpt hij vooral bij het begeleiden van dansers en het ordenen van de muziek.
De speler van de Bayan werkt nauw samen met de leider van het ensemble. Je kunt hem zien als de schakel tussen melodie en ritme. In bekende stukken als ‘Tabuh Telu’ en ‘Gending Rare Angon’ hoor je de Bayan duidelijk terug. Hij bepaalt voor een groot deel de sfeer van de muziek.
Het spelen van de Bayan vraagt om precisie. Je gebruikt verschillende handposities en slagen om allerlei klanken te maken. Met je rechterhand speel je meestal de basisklank, terwijl je met je linkerhand accenten toevoegt. Door te variëren met vingerdruk en slaghoek krijg je alles van scherpe tikken tot warme, volle tonen.
Typische ritmepatronen zijn het in elkaar grijpen van partijen, vierdelige patronen en versierde slagen. Veel spelers oefenen jarenlang samen met een ervaren leraar om deze technieken echt goed te leren. Het is dus niet iets wat je zomaar even doet.
De Bayan blijft niet alleen bij traditie. Tegenwoordig hoor je hem ook in nieuwe muziekprojecten. Denk aan muzikanten als Dewa Alit en groepen als Gamelan Salukat. Zij combineren de Bayan met westerse instrumenten zoals drums, synthesizers en elektrische gitaren. Soms wordt de Bayan zelfs versterkt met microfoons en effecten, waardoor er nieuwe klanken ontstaan.
Tijdens evenementen zoals het Bali Arts Festival kun je goed horen hoe traditionele ritmes samenkomen met invloeden uit jazz, rock en elektronische muziek. Niet iedereen vindt dat geweldig: sommigen zijn enthousiast, anderen maken zich zorgen dat de traditionele stijl verloren gaat.
Op Bali zijn er verschillende Bayan-meesters die echt het verschil maken. Vaak komen ze uit families waar muziek al generaties lang belangrijk is. Hun speelstijlen lopen uiteen van traditioneel tot vernieuwend. Ze geven hun kennis graag door aan de volgende generatie. Je ziet ze optreden bij tempelceremonies, festivals en soms zelfs op internationale podia. Ook geven ze les aan jonge musici en hun opnames worden vaak als voorbeeld gebruikt.
Een paar voorbeelden: I Wayan Suweca richtte Gamelan Sekar Jaya op en staat bekend om zijn precieze ritmes. I Ketut Gede Asnawa is vernieuwend en geeft les aan het Indonesian Institute of the Arts Denpasar. I Made Arnawa is specialist in Semar Pegulingan en wordt gewaardeerd om zijn subtiele Bayan-spel. Ni Luh Putu Arya Sari was de eerste vrouwelijke Bayan-meester op Bali en zet zich in voor meer vrouwen in de gamelanwereld. I Nyoman Windha is zowel componist als uitvoerder en staat bekend om zijn moderne interpretaties. I Dewa Putu Berata, leider van Çudamani, mixt traditie met eigentijdse invloeden. I Gusti Ngurah Sudarsana is vooral bekend door zijn rol bij tempelceremonies, waar hij een spirituele benadering heeft.
Hieronder vind je een overzicht van enkele bekende Bayan-meesters en hun specialiteit:
Naam | Bekend van | Specialiteit |
---|---|---|
I Wayan Suweca | Sekar Jaya | Precieze ritmes |
I Ketut Gede Asnawa | Vernieuwing | Gamelan docent |
I Made Arnawa | Pegulingan | Subtiel spel |
Ni Luh Putu Arya Sari | Eerste vrouw | Vrouwen gamelan |
I Nyoman Windha | Componist | Moderne stijl |
I Dewa Putu Berata | Çudamani | Mix traditie |
I Gusti Ngurah Sudarsana | Ceremonies | Spiritueel |
Wil je zelf een Bayan-optreden meemaken? Dat kan op verschillende plekken. In de tempel Pura Dalem Ubud zijn er wekelijks shows waar de Bayan centraal staat. Het ARMA Museum in Ubud organiseert regelmatig gamelan-avonden. In het dorp Teges Kanginan hoor je tijdens de jaarlijkse Odalan-festivals grote Bayan-ensembles.
In rustigere dorpen zoals Tenganan en Sidemen zijn er kleinschalige optredens waar je welkom bent als je de lokale gewoontes respecteert. Voorstellingen voor toeristen zijn meestal korter en minder ritueel, terwijl religieuze ceremonies diep verbonden zijn met het Balinese geloof.
Toegang kost meestal tussen de 50.000 en 150.000 IDR voor toeristen. Bij dorpsceremonies kun je vaak gratis naar binnen. In tempels moet je een sarong en sjerp dragen. Tijdens de rituelen wordt stilte gevraagd, fotograferen met flits is niet toegestaan en respect voor de heilige plekken is belangrijk. Minder bekende plekken zoals Desa Penglipuran en Pura Luhur Batukaru zijn ook de moeite waard, vooral tijdens ceremonies als Odalan, Melasti en Galungan.
Lijkt het je leuk om zelf Bayan te leren spelen? Op Bali kun je op verschillende plekken workshops volgen. Het Bali Purnati Center for the Arts in Batuan biedt cursussen van één tot vijf dagen. Hier leer je de basis van het Bayan-spel van ervaren docenten. Bij Gamelan Studio Ubud kun je groepslessen volgen en leer je meer over de rol van de Bayan binnen gamelan. Het Pondok Pekak Library & Learning Center heeft toegankelijke workshops die ook geschikt zijn voor gezinnen en kinderen.
De prijzen bij Bali Purnati liggen tussen de 800.000 en 2.500.000 IDR, afhankelijk van het aantal dagen. Je krijgt les van bekende docenten als I Ketut Gede Asnawa en I Nyoman Windha. Bij Gamelan Studio Ubud zijn er kortere sessies van 2 uur tot een hele dag, met prijzen tussen 300.000 en 1.000.000 IDR. Je hoeft geen ervaring te hebben. Voor families zijn de workshops bij Pondok Pekak geschikt, met prijzen tussen 200.000 en 500.000 IDR voor sessies van 1 tot 2 uur. Hier kun je ook kleine souvenir-modellen van de Bayan kopen.
De Bayan hoort echt bij het dagelijks leven op Bali. Tijdens tempelfeesten zoals Odalan geeft de trommel aan wanneer er iets belangrijks gebeurt, bijvoorbeeld als de goden worden verwelkomd of als heilige dansen beginnen. Bij crematies (Ngaben) loopt de Bayan mee in de stoet en helpt de dragers in trance te raken. Ook bij Melasti, het reinigingsritueel aan zee, zorgt de trommel voor muziek.
De ritmes zijn sterk verbonden met dansen als Baris en Rejang. De trommel stuurt de bewegingen van de dansers aan. Veel mensen geloven dat de klanken bescherming bieden en negatieve energie wegjagen. De laatste tijd groeit ook de waardering voor het mooie spel op de Bayan, naast de rituele functie.
De ritmes van de Bayan zitten vol betekenis. Patronen als ‘ngumbang-ngisep’ staan voor het evenwicht tussen tegenstellingen in het universum. Sommige ritmes zijn speciaal bedoeld voor goden als Barong en Rangda en worden gespeeld om hun aanwezigheid op te roepen. Tijdens trance-rituelen helpen de ritmes mensen om in een andere staat van bewustzijn te komen.
Volgens verhalen zijn de eerste Bayan-ritmes in dromen aan priesters verschenen en worden ze als bijzonder gezien. Bij genezingsrituelen en het wegjagen van kwade geesten speelt de Bayan een belangrijke rol om de harmonie terug te brengen.
Het maken van een Bayan is een echt ambacht. Het wordt vaak van ouder op kind doorgegeven. Het begint met het kiezen van het juiste jackfruithout. De maker voert rituelen uit om toestemming te vragen aan de bosgeesten. Tijdens het uithollen van de trommel worden gebeden uitgesproken om het instrument te zegenen.
De versieringen, zoals ingelegde patronen, hebben allemaal hun eigen betekenis. Lotusbloemen staan voor zuiverheid, draken voor bescherming. Bekende makers zijn de familie Sudiarta uit Gianyar en de familie Widiantara uit Bangli, elk met hun eigen stijl. De kennis wordt doorgegeven via langdurige leerling-meesterrelaties. Deze traditie staat onder druk door goedkope fabrieksinstrumenten en doordat steeds minder jongeren het vak willen leren.