Stel je voor: je loopt over Bali en ziet een open paviljoen met een verhoogde vloer, een dak op pilaren en geen muren. Dat is een Bangsal. Het woord komt uit het Sanskriet ‘bhavanashala’, wat zoiets betekent als ‘huis’ of ‘verblijf’.
In de Balinese architectuur heeft de Bangsal echt een eigen karakter. Het is anders dan de bale, die meer gesloten is en vooral voor dagelijks gebruik dient, en ook anders dan de meru, de getrapte tempeltorens die je misschien kent van foto’s.
De Bangsal past perfect in het Balinese wereldbeeld, waar alles draait om harmonie tussen mens, natuur en goden (Tri Hita Karana). Die open structuur is niet zomaar gekozen: het staat voor toegankelijkheid en verbinding tussen verschillende werelden.
Vroeger was de Bangsal vooral een plek waar koningen hun gasten ontvingen. Later kreeg het ook een rol in tempels en dorpshuizen. Waar de bale privé is en de meru alleen voor de goden, is de Bangsal juist de plek waar mensen samenkomen, in het bijzijn van het goddelijke.
In tempelcomplexen (pura) en paleizen (puri) zie je de Bangsal op allerlei plekken terug. In tempels is het een ontmoetingsplek, een opslagruimte voor heilige voorwerpen zoals gamelan-instrumenten, en een ruimte voor rituelen. In paleizen draait het om macht: hier vinden audiënties plaats, worden staatszaken besproken en ceremoniën gehouden.
De plek van de Bangsal is niet willekeurig. Er zijn traditionele regels voor, zoals tri mandala (drie zones) en sanga mandala (negen zones). In tempels vind je de Bangsal meestal in het midden of aan de buitenkant, terwijl hij in paleizen vaak centraal of aan de voorkant staat.
Wil je voorbeelden? Denk aan de Bangsal Kerta Gosa in Klungkung, ooit een gerechtshof. Of de Bangsal Witana in Puri Agung Karangasem, waar koninklijke ceremonies zoals tandvijlrituelen en huwelijken plaatsvinden. In Puri Saren Ubud is de Bangsal Pengrawit speciaal gebouwd voor muziekuitvoeringen.
Hieronder vind je een overzicht van enkele bekende Bangsals op Bali en hun functie:
Bangsal | Locatie | Functie |
---|---|---|
Kerta Gosa | Klungkung | Gerechtshof |
Witana | Karangasem | Ceremonies |
Pengrawit | Ubud | Muziek |
Bale Agung | Tenganan | Gemeenschap |
Pemedal Agung | Klungkung | Ontvangst |
Luhur | Besakih | Religieus |
Als je ooit een tempelfeest op Bali meemaakt, zie je het meteen: de Bangsal is het kloppend hart van het gebeuren. Tijdens feesten als Odalan en Galungan verandert zo’n paviljoen in een plek waar mensen samenkomen en contact maken met het goddelijke.
De Bangsal biedt ruimte aan veel bezoekers, maar blijft altijd heilig. Hier worden offers geplaatst, dansers voeren hun rituelen uit en priesters leiden de ceremonies. Bij feesten als Melasti, Kuningan en Ngaben gelden duidelijke regels: je draagt traditionele kleding, wast je voeten en reinigt jezelf ritueel voordat je naar binnen mag. Vrouwen die menstrueren blijven buiten. Voor elke ceremonie wordt de ruimte met heilig water schoongemaakt.
Kijk je goed naar een Bangsal, dan zie je overal houtsnijwerk en versieringen. Die zijn niet alleen mooi, maar zitten vol symboliek. Elk patroon heeft een eigen betekenis en beschermt de plek tegen slechte invloeden. Lokale vakmensen maken deze versieringen volgens eeuwenoude tradities.
Demonengezichten zoals karang boma weren slechte geesten, terwijl plantenmotieven als patra punggel symbool staan voor groei en voorspoed. Garuda-figuren staan voor kracht en bescherming. De stijl verschilt per regio: in Noord-Bali zie je uitbundige en kleurrijke patronen, terwijl het zuiden juist meer verfijnde vormen gebruikt.
Ook kleuren doen ertoe. Rood staat voor kracht, goud voor goddelijke energie, zwart voor bescherming en wit voor zuiverheid. Vaak worden deze kleuren aangebracht met bladgoud en natuurlijke verf.
Hieronder zie je een overzicht van veelvoorkomende decoraties en hun betekenis:
Decoratie | Betekenis |
---|---|
Karang boma | Bescherming |
Patra punggel | Groei |
Garuda | Kracht |
Rood | Kracht |
Goud | Goddelijke energie |
Zwart | Bescherming |
Wit | Zuiverheid |
Ben je benieuwd hoe een Bangsal gebouwd wordt? Alles draait om de juiste verhoudingen en oriëntatie, volgens de Asta Kosala Kosali, de Balinese bouwleer. De vloer ligt iets hoger dan de grond, het dak heeft vaak meerdere lagen met versierde nokken, en de pilaren staan op stenen bases met decoratieve kapitelen.
Het gebouw volgt de kaja-kelod as, die loopt van de bergen naar de zee en belangrijk is voor de spirituele indeling van de ruimte. Er worden traditionele verbindingen gebruikt, zonder spijkers. De fundering is meestal van natuursteen of baksteen. De verhoudingen tussen hoogte, breedte en lengte worden zorgvuldig bepaald. Het aantal pilaren verschilt per functie van het gebouw. Door de open structuur kan de lucht vrij doorstromen, terwijl de brede dakranden bescherming bieden tegen zon en regen.
Voor een Bangsal worden vooral lokale materialen gebruikt. De pilaren zijn meestal van jackfruit-hout, dat sterk is en een symbolische betekenis heeft. Voor dragende delen wordt vaak teakhout gebruikt, terwijl kokosnoot- en bamboehout goed zijn voor lichtere onderdelen.
Het dak wordt traditioneel bedekt met alang-alang gras, dat goed isoleert tegen hitte. Soms worden zwarte palmvezels toegevoegd voor extra bescherming tegen regen. De onderdelen worden in elkaar gezet met pen-en-gat verbindingen en vastgemaakt met touw van rotan of kokosvezel. Het hout wordt behandeld met kokosolie en rook om het te beschermen tegen insecten en weersinvloeden.
Tijdens het hele bouwproces vinden rituelen plaats, van het kappen van het hout tot het plaatsen van de eerste pilaar en de afronding van het gebouw. Deze kennis wordt van generatie op generatie doorgegeven.
Op Bali kom je allerlei soorten Bangsals tegen, elk met hun eigen uitstraling en functie. De Bangsal Kencana is een koninklijke ontvangsthal, rijk versierd met bladgoud en meestal centraal in het paleis te vinden. De Bangsal Witana, met een verhoogde vloer en beperkte toegang, wordt gebruikt voor koninklijke huwelijken en ceremonies.
Voor dorpsbijeenkomsten is er de eenvoudigere Bangsal Gede. Gamelan-orkesten spelen in de Bangsal Pengrawit, die een speciaal dak heeft voor een goede akoestiek. In Gianyar zie je vaak mooi houtsnijwerk en veel goud, terwijl Karangasem juist strakke lijnen en weinig versiering heeft. Tabanan staat bekend om stevige pilaren en grote dakoverstekken.
Op het eiland staan verschillende belangrijke Bangsals. De Bangsal Kerta Gosa in Klungkung was vroeger een rechtbank met plafondschilderingen die het Balinese rechtssysteem laten zien. In Puri Agung Karangasem vind je de Bangsal Witana voor koninklijke huwelijken en officiële ceremonies. De Bangsal Pengrawit in Puri Saren Ubud wordt gebruikt voor gamelan-optredens en ontvangsten.
Het dorp Tenganan Pegringsingan heeft de Bangsal Bale Agung, het gemeenschapspaviljoen van de Bali Aga-gemeenschap. De Bangsal Pemedal Agung in Puri Klungkung was de hoofdingang voor diplomatieke gasten. Bij grote religieuze feesten wordt de Bangsal Luhur in Pura Besakih gebruikt. Je kunt sommige Bangsals bezoeken, zoals Kerta Gosa en Puri Saren, maar andere zijn alleen toegankelijk tijdens speciale ceremonies of met toestemming.
Bangsals op Bali zijn waardevol erfgoed, maar het behouden ervan is niet vanzelfsprekend. Bij restauraties, zoals die van Bangsal Kerta Gosa in Klungkung, proberen ze de oude bouwmethodes te volgen. Dat is soms lastig, want er zijn steeds minder undagi, de traditionele bouwmeesters die precies weten hoe je deze paviljoens moet herstellen. Ook zijn sommige houtsoorten die vroeger werden gebruikt steeds moeilijker te vinden.
Door het groeiende toerisme wordt er vaker gekozen voor nieuwbouw in plaats van herstel. Gelukkig zetten organisaties zoals de Bali Heritage Trust samen met internationale NGO’s projecten op om herstel mogelijk te maken, bijvoorbeeld via crowdfunding en steun van de overheid.
Klimaatverandering zorgt voor extra uitdagingen: meer regen en stormen beschadigen de houten constructies. Ook aardbevingen, insecten en schimmels vormen een risico. Om de toekomst van de Bangsals te beschermen, worden nu jonge vakmensen opgeleid die kunnen helpen bij het herstel.
De traditionele Bangsal blijft een bron van inspiratie voor architecten op Bali. Moderne ontwerpers nemen de open structuur en het opvallende dak over, maar passen deze aan aan de wensen van nu. In luxe resorts zoals Four Seasons Sayan en Alila Ubud zie je paviljoens die zijn gebaseerd op de Bangsal. Zo krijgen gasten een stukje Balinese traditie zonder dat ze gemak hoeven te missen.
Ook in culturele plekken zoals het Bali Arts Center blijft de Bangsal terugkomen. Door traditionele vormen te combineren met materialen als beton, glas en staal ontstaat er een nieuwe uitstraling. Milieuvriendelijkheid wordt steeds belangrijker, bijvoorbeeld door groene daken en het gebruik van zonne-energie.
Architecten als Popo Danes en I Gusti Nyoman Nuarta zoeken naar een goede mix tussen traditie en vernieuwing. Soms is er kritiek op projecten die alleen het uiterlijk van de Bangsal overnemen en de oorspronkelijke betekenis vergeten. Toch zijn er genoeg geslaagde moderne voorbeelden, van privéwoningen tot yogapaviljoens, die laten zien dat deze bouwstijl nog steeds een plek heeft op het eiland.