Stel, je wilt je reis op Bali plannen. Dan is het handig om te weten hoe ver alles uit elkaar ligt. Bali lijkt misschien niet zo groot – het eiland is 145 km lang en 80 km breed – maar reizen duurt vaak langer dan je denkt. Dat komt door bergen, smalle wegen en druk verkeer. Vooral in het zuiden en bij populaire plekken sta je snel vast. Kijk dus niet alleen naar het aantal kilometers, maar let ook op de staat van de wegen en hoe druk het is. Op de hoofdwegen rijd je meestal 25 tot 40 km per uur. In de bergen en op smalle wegen gaat het vaak nog langzamer. Het drukste verkeer vind je rond Denpasar, Kuta, Seminyak en Ubud, vooral tijdens de spits (tussen 7 en 9 uur ’s ochtends en 4 en 7 uur ’s avonds). Soms zijn wegen zelfs afgesloten door religieuze ceremonies.
Hieronder zie je een handige tabel met afstanden tussen bekende plekken op Bali. Zo kun je snel inschatten hoe ver je moet reizen.
Van | Naar | Afstand (km) | Route | Opmerking |
---|---|---|---|---|
Kuta | Seminyak | 6 | Jalan Raya Seminyak | Vaak druk |
Kuta | Ubud | 35 | By Pass Ngurah Rai | Veel verkeer |
Seminyak | Canggu | 10 | Jalan Raya Canggu | Smal, scooters |
Ubud | Canggu | 27 | Jalan Raya Mambal | Bochtig, smal |
Ubud | Amed | 75 | Bergwegen | Veel bochten |
Ubud | Lovina | 75 | Bergwegen | Veel bochten |
De populairste plekken op Bali liggen verspreid over het eiland. De afstanden lijken klein, maar de reistijd kan flink verschillen. Van Kuta naar Seminyak is het maar 6 km via Jalan Raya Seminyak. Dat klinkt dichtbij, maar het is vaak druk. Kuta naar Ubud is 35 km via By Pass Ngurah Rai en Jalan Raya Batubulan. De wegen zijn redelijk, maar het verkeer is druk. Seminyak en Canggu liggen 10 km uit elkaar via Jalan Raya Canggu. Hier zijn de wegen smal en rijden veel scooters. Van Ubud naar Canggu is het 27 km via Jalan Raya Mambal, een route met bochten en smalle stukken. Voor langere ritten zoals Ubud naar Amed of Lovina (beide 75 km) moet je rekening houden met bergwegen en veel bochten. In het zuiden en oosten zijn de wegen meestal goed, terwijl het noorden en binnenland meer bochtig en smal zijn.
Hieronder vind je een tabel met de afstanden en gemiddelde taxikosten van het vliegveld naar populaire bestemmingen. Zo weet je meteen waar je aan toe bent als je aankomt.
Bestemming | Afstand (km) | Taxi (IDR) | Opmerking |
---|---|---|---|
Kuta | 3 | 100.000 | Vlakbij |
Seminyak | 10 | 150.000 | Redelijk dichtbij |
Nusa Dua | 13 | 180.000 | Tolweg snel |
Ubud | 38 | 350.000 | Bergwegen |
Pemuteran | 130 | 1.000.000 | Langste rit |
Ngurah Rai Airport ligt in het zuiden van Bali, vlak bij Kuta. Door de nieuwe Bali Mandara tolweg kom je sneller bij plekken als Nusa Dua en Sanur, maar files zijn er nog steeds. Kuta ligt op 3 km van het vliegveld, met taxikosten rond de 100.000 IDR. Naar Seminyak (10 km) betaal je ongeveer 150.000 IDR. Nusa Dua ligt op 13 km en is snel te bereiken via de tolweg voor zo’n 180.000 IDR. Voor verdere bestemmingen zoals Ubud (38 km) betaal je rond de 350.000 IDR en moet je rekening houden met bergwegen en druk verkeer. De verste plekken zoals Pemuteran (130 km) kosten ongeveer 1.000.000 IDR en nemen veel tijd in beslag. Je kunt ook shuttleservices boeken via hotels of reisorganisaties. De taxikosten zijn een richtlijn en hangen af van het verkeer en hoe goed je kunt onderhandelen.
Naast de toeristische plekken zijn er op Bali ook grotere steden en dorpen die belangrijk zijn voor het dagelijks leven en de economie. Denpasar en Singaraja liggen 82 km van elkaar via Jalan Raya Bedugul, een bergachtige route met veel bochten. Van Denpasar naar Gianyar is het 23 km via Jalan By Pass Ida Bagus Mantra, een goede weg. Denpasar naar Tabanan is 22 km via Jalan Raya Denpasar-Gilimanuk, ook een goede weg. Voor langere afstanden zoals Denpasar naar Karangasem (65 km) kun je Jalan By Pass Ida Bagus Mantra nemen. Tussen steden als Singaraja en Tabanan (60 km) moet je rekening houden met smalle, bochtige bergwegen. Voor vervoer tussen deze plaatsen kun je bemo’s (minibusjes), Perama-bussen of privéchauffeurs nemen, maar er is weinig openbaar vervoer tussen dorpen.
Afstanden op Bali zeggen niet alles over hoe lang je onderweg bent. Door druk verkeer, smalle wegen, bergen en het weer kunnen reistijden flink verschillen. Tijdens de spits – meestal tussen zeven en negen uur ’s ochtends en vier en zeven uur ’s avonds – sta je vooral rond Denpasar, Kuta, Seminyak en Ubud vaak vast. Op religieuze feestdagen duurt alles nog langer. In het regenseizoen, van november tot maart, zijn de wegen glad en kun je extra vertraging verwachten. In het hoogseizoen, zoals juli, augustus, december en januari, is het drukker en doe je langer over je rit. Buiten deze periodes ben je meestal sneller op je bestemming. Een rit van Kuta naar Ubud duurt soms maar een uur, maar in drukke periodes kan dat zomaar verdubbelen.
Hoe lang je onderweg bent tussen verschillende plekken hangt af van je vervoermiddel en het tijdstip. Veel mensen kiezen voor een auto met chauffeur, maar voor korte stukken ben je met een scooter vaak sneller. Openbaar vervoer is beperkt en kost meer tijd. Van Kuta naar Ubud doe je met de auto meestal één tot twee uur, met de scooter iets korter. Met de bus ben je twee tot drie uur onderweg, vooral door overstappen en drukte bij Batubulan en Gianyar.
Van Seminyak naar Canggu ben je met de auto een half tot een heel uur kwijt, met de scooter iets minder, afhankelijk van de drukte bij Berawa. Voor langere routes, zoals van Ubud naar Amed of Lovina, moet je rekenen op twee tot drie uur reistijd. Bergwegen en weinig inhaalmogelijkheden zorgen hier voor vertraging.
In Zuid-Bali heb je vooral ’s ochtends en ’s avonds last van spits, in Ubud vooral later op de dag. In het noorden is het rustiger, maar de bergwegen maken dat je niet snel vooruit komt.
Met een overzicht van afstanden en reistijden kun je je route makkelijk indelen. Door bezienswaardigheden per regio te combineren, voorkom je lange dagen in de auto of op de scooter. Het is slim om activiteiten te groeperen, bijvoorbeeld alles rond Ubud, de zuidkust of de oostkust.
Wil je meerdere dagen in een andere regio doorbrengen, dan is het vaak fijner om daar te overnachten, bijvoorbeeld in Amed of Lovina. Dagtrips zijn vooral geschikt voor bestemmingen binnen anderhalf uur rijden. Voor langere afstanden, zoals van Ubud naar Amed of Lovina, is het prettiger om van verblijfplaats te wisselen.
Korte ritten, zoals van Kuta naar Uluwatu of van Seminyak naar Canggu, zijn prima als dagtrip. Houd bij vertrek naar het vliegveld rekening met drukte en vertrek ruim op tijd.
Ngurah Rai International Airport ligt in het zuiden van Bali, vlak bij Kuta. Door de Bali Mandara tolweg ben je sneller bij plaatsen als Nusa Dua en Sanur. Toch is het rond het vliegveld vaak druk, vooral als veel mensen aankomen of vertrekken. Vanaf het vliegveld kun je op verschillende manieren naar je verblijf reizen. Bij de aankomsthal staan dag en nacht taxi’s klaar met vaste tarieven naar bekende toeristische plekken. Veel hotels en reisorganisaties regelen ook shuttles die je direct naar je accommodatie brengen. Wil je meer eenvoud, dan kun je vooraf een privétransfer boeken. Openbaar vervoer is er weinig, vooral ’s avonds en ’s nachts, waardoor dit voor nieuwkomers niet de makkelijkste optie is.
De stranden in het zuiden van Bali zijn het populairst, maar ook aan de oost- en noordkust zijn mooie plekken te vinden. Kuta en Seminyak liggen maar 6 kilometer uit elkaar en hebben brede zandstranden waar het vaak druk is. Van Kuta naar het rustigere en kindvriendelijke Sanur is het 14 kilometer rijden over een goede weg. Nusa Dua, bekend om luxe resorts en witte zandstranden, ligt 15 kilometer van Kuta en is makkelijk te bereiken via de tolweg.
Surfers trekken graag naar Balangan (18 km), Bingin (21 km) en Padang Padang (22 km). De wegen hiernaartoe zijn soms smal en bij Bingin moet je een steile trap af naar het strand. Wil je meer stilte, dan is Virgin Beach (65 km) een goede optie, met wit zand en een deels onverharde toegangsweg. De zwarte zandstranden van Amed (95 km) en Lovina (90 km) liggen in een bergachtig gebied en zijn populair om te snorkelen of dolfijnen te zien. Tussen Kuta, Legian en Seminyak kun je langs het strand lopen, maar de meeste andere stranden zijn niet direct met elkaar verbonden.
Het noorden van het eiland voelt heel anders aan dan de rest, met koelere lucht, bergen en veel minder drukte. Terwijl je naar het noorden rijdt, zie je het landschap langzaam veranderen: rijstvelden maken plaats voor vulkanische bergen en de lucht wordt frisser. In het zuiden is het warm en levendig, het midden is heuvelachtig en staat vol tempels, en het noorden is juist rustig, bergachtig en groen met veel ongerepte natuur. Dit deel van Bali is ideaal als je even weg wilt uit de drukte.
Over het hele eiland liggen culturele plekken die je echt gezien moet hebben. Hoe ver ze uit elkaar liggen, bepaalt vaak hoe je je dag plant. Sommige tempels liggen dicht bij elkaar en kun je makkelijk combineren, andere liggen wat verder weg. Bij bijna alle tempels draag je een sarong en zijn er gidsen die je meer vertellen over de plek. Veel mensen combineren Uluwatu met Jimbaran, Tanah Lot met Taman Ayun, of Tirta Empul met Gunung Kawi. Tempels als Besakih en Lempuyang liggen verder weg en zijn moeilijker te combineren met andere bezienswaardigheden op één dag. De meeste tempels zijn open van vroeg in de ochtend tot het begin van de avond.
In het noorden vind je watervallen, rustige stranden en veel natuur. De reis vanaf het zuiden duurt vaak lang, dus het is handig om in het noorden te blijven slapen als je meerdere plekken wilt bezoeken. Vanuit Kuta doe je er ongeveer 2,5 tot 3 uur over naar de Gitgit waterval of Lovina Beach. Menjangan Island ligt nog verder, met een reistijd van 3,5 tot 4 uur, deels over slechte wegen. Vanuit Ubud zijn de afstanden iets korter, zoals 2 tot 2,5 uur naar Lovina Beach. De bergwegen zijn vaak smal, bochtig en soms slecht onderhouden, met kans op mist, regen en steile stukken. Als je het noorden rustig wilt ontdekken, kun je overnachten in Lovina, Munduk, Pemuteran of Kintamani. Zo kun je meer zien zonder te hoeven haasten.