Stel je voor: je loopt door het oosten van Bali en ineens sta je voor een indrukwekkend waterpaleis. Dat is Taman Ujung. Dit paleis werd gebouwd tussen 1919 en 1921, in opdracht van de laatste koning van Karangasem, I Gusti Bagus Jelantik. Het was een plek waar de koninklijke familie even kon ontsnappen aan de drukte en waar belangrijke gasten werden ontvangen. Wat Taman Ujung zo bijzonder maakt, is de mix van bouwstijlen. Je ziet er Balinese, Nederlandse en Chinese invloeden terug. Een Nederlandse architect, Van Den Haan, werkte samen met de Chinese architect Loto Ang. Samen zorgden ze voor een unieke combinatie van verschillende culturen in één complex.
Benieuwd naar wat je allemaal tegenkomt in het oorspronkelijke paleis? Hier een handig overzicht:
Gebouw | Functie |
---|---|
Bale Gili | Ontvangsten |
Bale Bengong | Rustplek |
Kolam Dirah | Waterbassin |
De gebouwen zijn met elkaar verbonden door bruggen en wandelpaden, allemaal omringd door groene, weelderige tuinen. Je wandelt hier echt door een stukje geschiedenis.
Laten we het even hebben over de naam. ‘Taman Ujung’ betekent letterlijk ‘Tuin aan het Einde’. Dat slaat op de ligging: helemaal aan de oostkust van Bali, waar het land overgaat in zee. Het klinkt bijna als een plek uit een mythe, zo afgelegen en bijzonder. Oorspronkelijk noemden de locals het ‘Taman Sukasada’, oftewel ‘Tuin van Gelukzaligheid’. De huidige naam verwijst niet alleen naar de plek, maar ook naar het idee van een grensgebied tussen het aardse en het spirituele. Hier kon de koning zich terugtrekken om na te denken, met uitzicht over de Lombokzee.
Taman Ujung was niet alleen een paleis, maar ook een belangrijk centrum voor tradities en rituelen. Er werden hindoeïstische ceremonies gehouden waarbij water centraal stond als symbool van zuivering en leven. Denk aan geboortes, huwelijken en crematies van de koninklijke familie. Een van de bekendste rituelen is de ‘Melasti’, waarbij heilige voorwerpen uit tempels naar zee worden gebracht voor zuivering. Tijdens feestdagen als Galungan en Kuningan zie je kleurrijke optochten over de bruggen en langs de waterbassins. Bij koninklijke feesten en bezoeken van buitenlandse gasten werden traditionele dansen en muziekoptredens gehouden, met het water als magisch decor.
Rond Taman Ujung doen veel verhalen en legendes de ronde. Je vindt ze niet snel in reisgidsen, maar ze geven het paleis extra betekenis voor de lokale bevolking. Zo is er het verhaal van Ida Ratu Gede, een onzichtbare spirituele beschermer die het paleis beschermt tegen ongeluk. Tijdens de bouw zouden mysterieuze witte vogels zijn verschenen, als teken van voorspoed. Er wordt ook verteld over een geheime tunnel onder het grootste waterbassin, die naar een verborgen meditatiekamer van de koning leidt. Veel mensen geloven dat het water van Taman Ujung genezende krachten heeft, vooral tijdens volle maan, wanneer volgens de traditie de geesten van voorouders het paleis bezoeken.
Als je door Taman Ujung loopt, valt meteen de mix van stijlen op. Je ziet Balinese poorten, reliëfs met mythische figuren en open paviljoens. De gebogen dakranden, kleurrijke keramiek en drakenbeelden zijn typisch Chinees. Symmetrische tuinen, bakstenen muren en sierlijke balustrades doen Europees aan. En dan zijn er nog de ronde bogen en geometrische vormen in balustrades en ramen, die een Moors tintje geven. Architect Van Den Haan werkte samen met lokale vakmensen en de Chinese architect Loto Ang. Het gebruik van cement en baksteen was destijds vernieuwend, want op Bali werd vooral met hout en natuursteen gebouwd.
Hier zie je de belangrijkste invloeden op een rij:
Invloed | Kenmerken |
---|---|
Balinees | Poorten, reliëfs |
Chinees | Dakranden, keramiek |
Europees | Symmetrie, baksteen |
Moors | Bogen, vormen |
Taman Ujung heeft verschillende vijvers, elk met een eigen functie. Het watersysteem is slim bedacht: het ziet er niet alleen mooi uit, maar zorgt ook voor verkoeling en een aangenaam klimaat in de tuinen. Het grootste bassin, Kolam Dirah, werd gebruikt als visvijver en als versiering. In het midden ligt een eilandje met Bale Gili, waar gasten werden ontvangen. Je bereikt het via een brug. Verderop vind je kleinere vijvers voor rituele baden of voor de koninklijke familie. Het water stroomt via aquaducten en kanalen vanuit bronnen in de buurt naar de vijvers. Door hoogteverschillen blijft het water bewegen. Zo blijft het park zelfs in het droge seizoen groen en fris.
Taman Ujung is een droom voor fotografen. Natuurlijk zijn er de bekende bruggen en paviljoens, maar kijk ook eens verder. De trap aan de noordkant, bijvoorbeeld, vangt ’s ochtends prachtig zacht licht. Langs het oostelijke bassin loopt een pad met kleurrijke mozaïektegels en schaduwen van palmbomen – ideaal voor bijzondere foto’s. Wil je het hele paleis in één keer vastleggen? Loop dan naar het uitzichtpunt op de heuvel achter het complex. Daar zie je het waterpaleis met de bergen op de achtergrond. Ben je meer van de details? Check dan de oude poort aan de zuidkant, waar klimop en verweerde ornamenten samen een sfeervol plaatje vormen. Het licht verandert de hele dag, dus vooral vroeg in de ochtend en laat in de middag krijg je warme kleuren en mooie schaduwen.
De sfeer in Taman Ujung hangt sterk af van het tijdstip waarop je komt. Tussen half zeven en half negen ’s ochtends is het licht zacht en zijn er weinig andere bezoekers. Perfect om rustig rond te lopen en foto’s te maken zonder drukte. Van vier tot zes in de middag krijgt het complex een warme gloed en worden de schaduwen langer. In het regenseizoen (november tot maart) is het rustiger, maar houd rekening met bewolking en soms een bui. In het droge seizoen (april tot oktober) is het meestal zonnig, maar ook drukker. Op lokale feestdagen is het extra levendig, met mensen in traditionele kleding en rituelen. Het weer aan de oostkust is vaak zonnig, al kunnen er in de namiddag wolken boven de bergen verschijnen.
Wil je Taman Ujung bezoeken? Dan is het handig om wat praktische info te hebben. De entree kost 75.000 IDR voor volwassenen en 50.000 IDR voor kinderen. Er zijn kortingen voor groepen en lokale bezoekers. Het paleis is elke dag open van zeven uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds. Bij de ingang kun je een gids regelen die je in het Engels of Indonesisch meer vertelt over de geschiedenis en gebouwen. Let op de kledingregels: schouders en knieën moeten bedekt zijn. Geen geschikte kleding bij je? Je kunt bij de ingang een sarong huren. Verder zijn er toiletten, een kleine cafetaria voor een drankje, souvenirwinkels en een ruime parkeerplaats. Vanuit Amlapura ben je er in tien minuten, vanuit Ubud doe je er ongeveer twee uur over.
Taman Ujung is echt een paradijs voor fotografen. De waterbassins zorgen voor mooie reflecties, vooral als je een polarisatiefilter gebruikt. Voor de bruggen en paviljoens werkt een groothoeklens goed om alle lijnen en vormen in beeld te krijgen. Wil je de Gunung Agung vulkaan op de achtergrond vastleggen? Dan is een telelens handig om het landschap dichterbij te halen. Vergeet de details niet: ornamenten, mozaïeken en planten zijn perfect voor close-ups. Voor scherpe foto’s kun je het beste een lage ISO (100-200) gebruiken en een diafragma tussen f/8 en f/11. Bij zonsopkomst of zonsondergang is een statief handig vanwege het zwakkere licht. De centrale brug, het uitzicht vanaf de heuvel, de zuidelijke poort en het mozaïekpad zijn plekken waar je vaak de mooiste foto’s maakt.
Taman Ujung heeft veel meegemaakt. In 1963 barstte Mount Agung uit. Daken, muren en waterpartijen raakten beschadigd en verdwenen onder lava en as. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het paleis beschoten en geplunderd, waardoor niet alleen de gebouwen, maar ook kunstvoorwerpen schade opliepen.
Het herstel begon pas in 1975. Lokale en internationale experts werkten samen aan de restauratie. Ze probeerden zoveel mogelijk originele materialen te gebruiken en herbouwden ontbrekende delen met behulp van oude foto’s en tekeningen.
Ongeveer zestig procent van de oorspronkelijke gebouwen staat er nog. De rest is zorgvuldig herbouwd. Restaurateurs moesten creatief zijn om oude versieringen te behouden, het watersysteem te repareren en het complex beter te beschermen tegen aardbevingen en erosie. Tegenwoordig zorgen lokale vakmensen met traditionele methoden voor het onderhoud.