Stel, je wilt Tanah Lot bezoeken. Goede keuze, want dit is echt een van de bekendste plekken op Bali. Met een beetje voorbereiding haal je er nog meer uit. Of je nu komt voor de zonsondergang, de cultuur of gewoon mooie foto’s, het is handig om te weten wanneer je het beste kunt gaan, wat het kost en wat je aan moet trekken. Laten we samen kijken hoe je je bezoek aan deze tempel in zee het beste plant.
Je hebt vast wel eens foto’s gezien van Tanah Lot bij zonsondergang. Niet voor niets, want de tempel ligt aan de westkust en de zon zakt hier precies achter de tempel in zee. Dat levert echt spectaculaire plaatjes op. In het droge seizoen (april-oktober) gaat de zon onder tussen 18:00 en 18:30 uur. De lucht is dan vaak helder en de kleuren zijn prachtig. In het regenseizoen (november-maart) is de zonsondergang iets later, tussen 18:15 en 18:45 uur. Soms is het dan wat bewolkt, maar dat geeft juist weer bijzondere wolkenluchten.
Wil je de beste foto’s maken? Je hebt keuze uit verschillende plekken. Het uitkijkplatform ten zuiden van de tempel geeft je een weids uitzicht. De kliffen bij Pura Batu Bolong zijn perfect voor een uniek perspectief. Of ga naar het strand direct naast de tempel voor close-ups met mooie reflecties in het natte zand. Houd er rekening mee dat het tussen 16:30 en 18:30 uur het drukst is, vooral in het hoogseizoen. Mijn tip: kom rond 15:30 uur. Dan kun je rustig rondkijken en alvast een goede plek zoeken. Na zonsondergang wordt het snel rustiger, dus als je nog even blijft hangen heb je het uitzicht bijna voor jezelf.
Hieronder zie je wat je betaalt voor een bezoek aan Tanah Lot in 2024:
Bezoeker | Volwassenen | Kinderen (6-12) | Onder 6 jaar |
---|---|---|---|
Buitenlands | IDR 75.000 | IDR 40.000 | Gratis |
Lokaal | IDR 30.000 | IDR 15.000 | Gratis |
Kom je met een groep van 20 of meer? Dan krijg je 10% korting. Studenten met een studentenkaart krijgen zelfs 20% korting.
De tempel is elke dag open van 07:00 tot 19:00 uur. Tijdens grote ceremonies kunnen de tijden afwijken. Bij extreem weer kan het terrein tijdelijk dicht zijn. Kaartjes koop je gewoon bij de officiële ingang. Je kunt contant betalen of met je pinpas. Online tickets zijn er nog niet. Soms zijn er combitickets met Pura Batu Bolong en het Cultureel Park, vooral tijdens festivals.
Hieronder zie je de belangrijkste kledingregels voor een bezoek aan het heiligdom van Tanah Lot:
Regel | Toegestaan | Niet toegestaan |
---|---|---|
Schouders/knieën | Bedekt | Onbedekt |
Kleding | Sarong, sjerp | Kort, strak |
Schoenen | Aanhouden | Uittrekken (soms) |
Vrouwen (menstruatie) | Niet toegestaan | – |
Fotografie | Buiten ceremonies | Tijdens rituelen |
Je hoeft niet alles zelf mee te nemen. Sarongs en sjerpen kun je bij de ingang huren voor IDR 10.000, of je koopt er eentje bij de kraampjes rondom de tempel. Vaak zijn ze versierd met mooie traditionele patronen. Draag geen korte broeken, minirokken, mouwloze shirts of zwemkleding. Schoenen mag je meestal aanhouden, behalve als het anders wordt aangegeven. Volgens de lokale traditie mogen vrouwen die menstrueren het heiligdom niet in. Foto’s maken mag buiten het heiligdom, maar niet tijdens ceremonies of van mensen die aan het bidden zijn. Selfies met priesters of tijdens rituelen? Liever niet, dat wordt niet gewaardeerd.
Tanah Lot is een van de oudste tempels van Bali. Het verhaal begint in de 16e eeuw met Dang Hyang Nirartha, een priester uit Java. Rond 1489 kwam hij naar Bali en voelde zich aangetrokken tot de spirituele kracht van de rots aan de zuidwestkust. Hier bouwde hij een schrijn voor de zeegod Baruna. Door de jaren heen groeide Tanah Lot uit tot een belangrijk pelgrimsoord. Volgens de overlevering heeft Nirartha zelf de rots van het vasteland losgemaakt, als symbool voor de grens tussen het spirituele en het aardse. In de jaren tachtig dreigde erosie de tempel te verwoesten, maar dankzij een grote restauratie is dit stukje erfgoed bewaard gebleven.
Tanah Lot is opgedragen aan de zeegod Baruna en speelt een grote rol in het Balinese hindoeïsme. De tempel wordt gezien als beschermer tegen slechte invloeden vanuit zee. Elke 210 dagen is er een groot tempelfeest volgens de Balinese kalender, waar veel pelgrims op af komen. Tijdens Melasti, een reinigingsceremonie, brengen gelovigen heilige voorwerpen naar zee. Ook de watergodin Dewi Danu wordt hier vereerd. Dagelijks brengen mensen offers en doen ze mee aan gewoonten. Tijdens grote ceremonies blijft het heiligste deel van de tempel gesloten voor bezoekers, maar de bijzondere sfeer kun je altijd ervaren.
Misschien heb je er wel eens over gehoord: de heilige zeeslangen van Tanah Lot. Volgens het verhaal veranderde de sjaal van Dang Hyang Nirartha in slangen die nu in de grotten onder de tempel leven. Deze slangen zouden de tempel beschermen tegen slechte geesten en indringers. Lokale priesters brengen regelmatig offers aan de slangen om hun bescherming te vragen. In een grot aan de voet van de tempel kun je de slangen zien, waar priesters ze voeren. Het gaat om de Bungarus candidus, een giftige maar rustige slang die vooral ’s avonds actief is.
Tanah Lot is één van zeven zeetempels langs de zuidwestkust van Bali. Samen vormen deze tempels een soort spirituele verdedigingslinie voor het eiland. De tempel staat voor het Tri Hita Karana-idee: harmonie tussen mens, natuur en het goddelijke. Door de ligging op de grens van land en zee verbindt Tanah Lot het aardse met het spirituele. Voor veel Balinese hindoes is de tempel een belangrijk pelgrimsoord, vooral tijdens de traditionele odalan-feesten.
Tanah Lot staat op een losstaande rots in zee. Het bijzondere is hoe de tempel en de natuur hier in elkaar overlopen. Je kunt de tempel alleen bereiken bij laag water. De ingang begint bij een traditionele gespleten poort. Daarna kom je op binnenplaatsen met meru-torens, elk gewijd aan een andere god. De tempel is versierd met typisch Balinese ornamenten en beeldhouwwerk. De rots bestaat uit vulkanisch gesteente dat door de zee in de loop der tijd is uitgesleten. Om instorting te voorkomen is de fundering versterkt met beton. De gebouwen zijn bewust laag en klein gebouwd, zodat ze bestand zijn tegen wind en zout water. De rots verandert nog steeds langzaam door de invloed van de zee. Vergeleken met andere tempels op Bali is Tanah Lot kleiner en vraagt de ligging om speciale bouwmethodes om de tempel te beschermen tegen de elementen.
Het Tanah Lot complex bestaat uit meerdere tempels, elk met een eigen functie en betekenis. Pura Batu Bolong staat op een rots met een natuurlijke boog over zee en is gewijd aan de godin van de zee. Deze plek is populair voor huwelijkszegeningen. Vlakbij de hoofdtempel ligt Pura Enjung Galuh, gewijd aan Dewi Sri, de rijstgodin. Lokale boeren brengen hier offers voor een goede oogst. Op het vasteland vind je Pura Pakendungan, waar ooit Dang Hyang Nirartha verbleef. In deze tempel wordt de ceremoniële dolk van het complex bewaard. Je kunt alle tempels bereiken via paden rondom het complex, maar sommige zijn voor niet-hindoes alleen toegankelijk tijdens bepaalde ceremonies. Samen vormen deze tempels een spiritueel landschap dat verschillende kanten van het Balinese hindoeïsme laat zien.
Of je bij Tanah Lot kunt komen, hangt af van het getij. Bij laag water verschijnt er een pad naar de tempel, terwijl bij hoog water de rots helemaal door zee wordt omringd. Laag water is meestal tussen 06:00-09:00 uur en 16:00-19:00 uur, afhankelijk van de maanstand. In deze periodes kun je het pad volgen en dichter bij het heiligdom komen. Bij hoog water blijft de tempel op afstand, wat zorgt voor een ander maar nog steeds mooi uitzicht. Bij laag water kun je offers brengen bij de voet van de tempel en de heilige slangen zien die volgens verhalen de tempel beschermen. Bij hoog water lijkt de tempel op een eiland in zee, maar kun je er niet bij komen. Er staan waarschuwingsborden wanneer het pad onveilig wordt door snel stijgend water. Let goed op vanwege de stroming en gladde stenen, vooral bij opkomend tij.
In de jaren tachtig dreigde Tanah Lot in te storten. De tempel werd gered door een grote restauratie. Erosie en toerisme maken het behoud van de tempel nog steeds lastig. Tussen 1982 en 1987 werd met Japanse hulp een derde van de rots vervangen door kunstmatig koraal en beton. Dit leidde tot discussie over de echtheid, maar het was nodig om de tempel te redden. Nu worden de fundering en de rots regelmatig gecontroleerd, zijn kwetsbare delen beperkt toegankelijk en zijn er golfbrekers geplaatst om erosie te vertragen. Het blijft zoeken naar balans tussen bezoekers en behoud. Er gelden strikte regels voor toegang, bezoekers krijgen uitleg over het belang van bescherming en lokale gemeenschappen werken mee aan verantwoord toerisme. Zo blijft Tanah Lot behouden voor de toekomst als een van de bekendste tempels van Bali.
Het leven rond Tanah Lot draait om dagelijkse rituelen en ceremonies. Oude tradities zijn nog steeds zichtbaar in het dagelijks leven van de mensen die hier wonen. In de buurt van de tempel is een levendige markt waar ambachtslieden hun werk verkopen en waar je lokale gerechten kunt proeven die je niet snel ergens anders op Bali tegenkomt.
Bij Tanah Lot zie je overal kleurrijke offers die horen bij de Balinese hindoeïstische traditie. Elke dag leggen mensen kleine mandjes met bloemen, rijst en wierook neer op altaren, trappen en bij de voet van de tempel om de goden te bedanken. Tijdens grote ceremonies zijn de offers uitgebreider: manden vol fruit, gekookte rijst en soms zelfs levende dieren. Bij rituelen zoals Melasti worden speciale offers naar zee gebracht. Tempelpriesters leiden deze rituelen, zegenen de offers en bewaken de heiligheid van de tempel. Ze letten ook op de heilige slangen die volgens verhalen de tempel beschermen. Als bezoeker is het goed om respect te tonen: loop niet over offers heen, raak ze niet aan en blijf rustig tijdens ceremonies.
De markt bij Tanah Lot is minder druk dan die in Kuta of Ubud. Je vindt er handgemaakte spullen die laten zien hoe rijk de ambachtelijke traditie van Bali is. Denk aan handgeweven sarongs met batikmotieven, houtsnijwerk en zilveren sieraden met Balinese patronen. Ook religieuze dingen zoals maskers en beeldjes worden hier verkocht, vaak gemaakt door families die het vak al generaties lang doorgeven. Juist de kleine foutjes maken deze spullen bijzonder. Op de markt kun je ook lokale snacks proberen zoals jaja laklak (zoete rijstpannenkoekjes met kokos en palmsuiker) of sate lilit (saté van vis of kip). In de kleine eethuisjes serveren ze verse vis die dezelfde dag nog is gevangen. Onderhandelen hoort erbij: begin met ongeveer 60% van wat er gevraagd wordt en blijf vriendelijk. De mooiste vondsten zijn sarongs met traditionele patronen, houtsnijwerk van lokale kunstenaars en verse snacks die ter plekke worden gemaakt.