Stel, je loopt door het centrum van Ubud en vraagt je af: wat moet ik hier echt gezien hebben? De hoogtepunten liggen verspreid door het centrum en de natuur eromheen. Elke plek heeft z’n eigen sfeer en verhaal.
Begin bijvoorbeeld bij het Heilige Apenbos in het zuiden. Hier wandel je tussen makaken, oude tempels en mysterieuze stenen beelden. Ga vroeg, dan is het nog rustig en heb je de apen bijna voor jezelf.
In het centrum vind je de Pura Taman Saraswati, ook wel de Lotustempel. Deze tempel is gewijd aan de godin van wijsheid en kunst. Je kijkt uit over een vijver vol lotusbloemen en ’s avonds zijn er vaak traditionele dansvoorstellingen.
Wil je even de natuur in? Loop dan de Campuhan Ridge Walk. Dit wandelpad slingert over heuvels en valleien, met prachtig uitzicht – vooral bij zonsopgang of aan het einde van de middag.
Tien kilometer ten noorden van Ubud liggen de Tegallalang Rijstterrassen. Hier zie je hoe het traditionele irrigatiesysteem werkt en kun je tussen de groene terrassen wandelen.
In het centrum staat ook Puri Saren, het oude paleis van de koninklijke familie. Je herkent het aan de bijzondere bouwstijl en ’s avonds zijn er vaak dansshows.
Tot slot is er nog Goa Gajah, de Olifantengrot. Deze meditatiegrot uit de 11e eeuw ligt zes kilometer ten zuidoosten van Ubud en heeft heilige baden en tempelruïnes. Zeker een bezoek waard als je van geschiedenis houdt.
Hieronder zie je in één oogopslag de belangrijkste bezienswaardigheden van Ubud, waar ze liggen en wat je er kunt verwachten:
Plek | Locatie | Hoogtepunten |
---|---|---|
Monkey Forest | Zuid-centrum | Makaken, tempels |
Pura Saraswati | Centrum | Lotusvijver, dans |
Campuhan Ridge | West-centrum | Wandelen, uitzicht |
Tegallalang | Noorden | Rijstterrassen |
Puri Saren | Centrum | Paleis, shows |
Goa Gajah | Zuid-oosten | Grot, baden |
Wil je de drukte even ontvluchten? In Ubud zijn er ook plekken die je niet zomaar op een standaardkaart ziet. Hier kun je echt tot rust komen.
Neem Pura Gunung Lebah, bijvoorbeeld. Deze tempel ligt verscholen aan het begin van de Campuhan Ridge Walk, precies waar twee rivieren samenkomen. Je ziet er rustige ceremonies en mooie tempelgebouwen.
Of ga naar de Tukad Cepung Waterval, op zo’n 30 minuten rijden ten oosten van Ubud. Deze waterval ligt in een grot, waar het zonlicht op een bijzondere manier naar binnen valt. Echt een magische plek.
Penestanan Dorp, ten westen van Ubud, is een kunstenaarsdorp met traditionele huizen en ateliers. Je komt er via smalle paadjes en het voelt alsof je in een andere wereld stapt.
De Jatiluwih Rijstterrassen, 40 kilometer ten westen van Ubud, zijn rustiger dan Tegallalang. Hier wandel je tussen uitgestrekte terrassen en proef je het echte dorpsleven.
Voor streetfood en handwerk kun je naar de Pasar Senggol, de avondmarkt achter de centrale markt. Vanaf zes uur ’s avonds vind je hier lokale snacks en handgemaakte spullen.
Tot slot is er Pura Luhur Batukaru, een afgelegen tempel in het regenwoud van West-Bali. Hier hangt een bijzondere sfeer en je bent er vaak bijna alleen.
Vraag je je af hoe gidsen altijd de weg weten? Ze combineren hun kennis van het landschap, de cultuur en de seizoenen met kaarten en herkenningspunten. Denk aan bergen zoals Agung en Batukaru, rivieren als Wos en Ayung, en valleien.
Gidsen gebruiken ook het ‘kaja’ (richting berg) en ‘kelod’ (richting zee) systeem om plekken aan te wijzen. Ze kennen de kleine paden tussen de rijstvelden, die je niet op gewone kaarten vindt. Herkenningspunten zoals dorpstorens, heilige bomen of traditionele poorten helpen hen om te navigeren.
Ze weten precies wanneer tempels open zijn, afhankelijk van de Balinese kalender, en kiezen andere routes tijdens ceremonies om de drukte te vermijden. Ook houden ze rekening met het seizoen: in het regenseizoen zijn sommige paden overstroomd, dus kiezen ze de beste route voor dat moment.
Met een gids ontdek je plekken die je zelf nooit zou vinden. Denk aan een verborgen waterval, uitleg over planten en dieren onderweg, of spontaan aansluiten bij een dorpsceremonie.
Als je met een kaart door Ubud loopt, valt meteen op dat ze er anders uitzien dan je misschien gewend bent. Straatnamen staan vaak in het Balinees, met woorden als ‘Jalan’ (weg) en ‘Banjar’ (wijk).
Tempels en markten zijn aangegeven met symbolen die niet altijd meteen duidelijk zijn. Richtingen werken hier ook anders: Balinezen gebruiken het Kaja-Kelod systeem, waarbij alles draait om de berg (kaja) en de zee (kelod). Daardoor zijn kaarten soms anders ingedeeld dan je met een kompas zou verwachten.
Tempels en religieuze gebouwen zijn belangrijke herkenningspunten en worden vaak groter getekend dan ze in het echt zijn. Bij veel accommodaties krijg je handgetekende kaartjes, maar die hebben meestal geen schaal en de afstanden kloppen niet altijd.
Ben je de weg kwijt? Vraag het gerust aan locals en gebruik opvallende gebouwen als referentiepunt in plaats van alleen straatnamen.
Sommige plekken in Ubud zijn niet alleen leuk om te bezoeken, maar helpen je ook om je te oriënteren. De kruising bij Ubud Market is het centrale punt. Vanaf hier loop je makkelijk naar Monkey Forest of Jalan Hanoman.
Pura Desa Ubud herken je aan de hoge poorten en de ruime binnenplaats. Bij de Campuhan-brug over de Wos-rivier begint de populaire Campuhan Ridge Walk.
Het Puri Lukisan Museum, met zijn Balinese gevel en beeldentuin, is een handig herkenningspunt tussen de vele galerieën en cafés. Pura Taman Kemuda Saraswati, de watertempel met lotusvijver, valt op door de versierde toegangspoort.
Al deze plekken liggen aan de vier hoofdwegen die samen het centrum vormen: Jalan Raya Ubud, Jalan Monkey Forest, Jalan Hanoman en Jalan Suweta.
Hieronder vind je een tabel met de belangrijkste oriëntatiepunten en hun kenmerken:
Punt | Kenmerk | Hoofdweg |
---|---|---|
Ubud Market | Kruising, markten | Jalan Raya Ubud |
Monkey Forest | Apenbos, tempels | Jalan Monkey Forest |
Pura Desa Ubud | Hoge poorten | Jalan Raya Ubud |
Campuhan-brug | Start wandelpad | Jalan Raya Ubud |
Puri Lukisan | Museum, tuin | Jalan Raya Ubud |
Pura Saraswati | Lotusvijver | Jalan Raya Ubud |
Twijfel je tussen een digitale kaart of papier? Beide hebben hun voordelen in Ubud.
Maps.me heeft duidelijke offline wandelroutes, ideaal als je de rijstvelden in wilt. Google Maps werkt vooral goed in het centrum, maar mist soms de kleinere paadjes. Gaia GPS geeft veel informatie over hoogteverschillen, handig als je de natuur in trekt.
Apps navigeren je direct, maar zijn afhankelijk van je batterij en soms internet. Papieren kaarten, die je vaak bij hotels of infopunten krijgt, hebben leuke illustraties en tips over lokale gebruiken. Ze werken altijd, ook zonder technologie, en zijn een leuk aandenken.
Let wel: papieren kaarten kunnen verouderd zijn en tonen soms vooral commerciële plekken. In gebieden met slecht bereik, zoals rijstvelden en bossen, zijn digitale kaarten minder betrouwbaar. Papieren kaarten vertellen je juist meer over ceremonies en lokale gewoonten die je onderweg kunt tegenkomen.
Van Ubud Market naar Monkey Forest is het ongeveer 1,5 kilometer lopen. Je doet er zo’n 20 tot 25 minuten over via Jalan Monkey Forest, een straat vol winkels en cafés. Onderweg kun je even stoppen bij Puri Saren of Pura Saraswati.
De Tegallalang Rijstterrassen liggen 10 kilometer buiten het centrum. Met de auto of motor ben je er in ongeveer 25 minuten. Fietsen duurt door de heuvels al snel 2,5 uur.
Tussen Goa Gajah en Puri Saren is het 6 kilometer. Met de motor of auto ben je er in een kwartier, op de fiets duurt het ruim anderhalf uur.
Tijdens het regenseizoen kunnen paden glad zijn en tijdens Balinese feestdagen zijn sommige wegen afgesloten. In het centrum kun je veel te voet doen, maar voor plekken buiten het centrum of bij slecht weer is vervoer handig.
In Ubud kun je op verschillende manieren reizen. Taxi’s staan bij Ubud Market, Monkey Forest en grote hotels. Alleen officiële taxi’s mogen hier rijden. Je betaalt een vaste vergoeding of spreekt vooraf een bedrag af.
Lokale bemo’s (kleine busjes) rijden van het centrum naar dorpen in de buurt. Ze hebben per route een eigen kleur en vertrekken vanaf de bemo-terminal bij Ubud Market, maar ze rijden niet op vaste tijden.
Langs Jalan Monkey Forest en Jalan Hanoman kun je een motor huren voor ongeveer 70.000 tot 100.000 rupiah per dag. Houd er rekening mee dat je niet overal met een motor mag rijden.
Voor korte afstanden of een tochtje langs de rijstvelden is een fiets handig. De Kura-Kura Bus verbindt Ubud met andere toeristische plekken en stopt bij Ubud Market, Monkey Forest en Penestanan.
Let op voetgangerszones en eenrichtingsverkeer, vooral bij markten en tempels. Rond Ubud Market en Monkey Forest is het druk tussen 8 en 10 uur ’s ochtends en tussen 4 en 6 uur ’s middags. Maak altijd vooraf een vergoedingafspraak bij taxi’s en bemo’s.
Met een kaart vind je makkelijk lokale restaurants die vaak verstopt zitten in zijstraten of bij markten. Warungs (kleine eethuisjes) staan meestal op de kaart aangegeven met een symbool of de naam ‘warung’ of ‘rumah makan’.
Je vindt ze vooral in de zijstraten rond Jalan Goutama, Jalan Hanoman en bij de markten. Elke buurt heeft zijn eigen sfeer: Penestanan staat bekend om cafés met gezond eten en uitzicht op rijstvelden, Jalan Goutama heeft veel traditionele Balinese restaurants en rond Monkey Forest vind je meer internationale keukens.
Restaurants met uitzicht herken je op de kaart aan symbolen voor rijstvelden of rivier, vooral langs Jalan Raya Sanggingan en Jalan Subak Sok Wayah. Voor traditionele koffiehuizen en lokale markten zoals Pasar Senggol heb je een gedetailleerde kaart nodig.
Ochtendmarkten zijn open van zes tot elf uur, avondmarkten beginnen rond zes uur ’s avonds. Vraag gerust aan locals waar zij graag eten en kijk waar het druk is met lokale bezoekers – dat is vaak een goed teken.
Wil je Ubud echt leren kennen? Probeer dan eens een van deze routes.
De culturele route begint bij de Ubud Market en loopt langs het koninklijk paleis Puri Saren, de tempels Pura Desa Ubud en Pura Saraswati, het Puri Lukisan Museum en eindigt bij het Monkey Forest. Onderweg kun je pauzeren bij Café Lotus en de tempeltuinen. Vooral in de vroege ochtend is het hier nog koel en rustig.
De kunstroute start bij het Puri Lukisan Museum en loopt via Jalan Raya Ubud langs verschillende galerieën richting Penestanan. In deze wijk vind je ateliers van lokale kunstenaars en het Blanco Renaissance Museum. De smalle steegjes van Penestanan zijn leuk om doorheen te lopen, met onderweg kunstcafés en kleine warungs voor een pauze.
Voor natuurliefhebbers is er de route vanaf de Campuhan Ridge Walk, langs de rijstvelden van Subak Sok Wayah en de Ayung-rivier, met als eindpunt Sari Organik of Karsa Kafe. Via Jalan Suweta blijf je weg van de drukte en heb je uitzicht over heuvels en rijstterrassen, vooral mooi bij zonsopgang of tegen de avond.
Centraal Ubud is levendig met winkels, markten, tempels en paleizen. Je vindt er boutique hotels, guesthouses, lokale warungs, internationale restaurants, kunstmarkten, boetieks, dansvoorstellingen en musea.
Nyuh Kuning, ten zuiden van het Monkey Forest, heeft een rustige dorpssfeer met eco-lodges, homestays, gezonde cafés en biologische warungs. Deze wijk grenst aan de jungle en is omringd door groen.
Penestanan in het westen is een kunstenaarswijk met villa’s, artistieke guesthouses, vegetarische eetgelegenheden, ateliers en yogastudio’s. Door de hogere ligging heb je hier uitzicht over de rijstvelden.
Sanggingan in het noordwesten staat bekend om luxe resorts, spa’s, galerieën en restaurants met internationale keuken. De heuvels bij de Ayung-rivier geven deze wijk een bijzondere sfeer.
Lodtunduh in het zuiden is een traditionele landbouwgemeenschap met homestays, eco-resorts, lokale warungs en een echt dorpsleven. De ligging van elke wijk bepaalt het weer en de sfeer: hoger gelegen wijken zoals Penestanan en Sanggingan zijn koeler en bieden uitzicht, terwijl water of rijstvelden in de buurt invloed hebben op de lokale activiteiten.
Met de Ubud-kaart plan je makkelijk dagtrips in de omgeving. Voor een zonsopgangwandeling bij Mount Batur reis je ongeveer 35 kilometer (1,5 uur) via Jalan Raya Tegallalang naar Kintamani. Je kunt kiezen voor een gedeelde shuttle of privéauto en onderweg stoppen bij koffieplantages en uitzichtpunten.
De heilige waterbronnen van Tirta Empul liggen op 15 kilometer (30 minuten) via Jalan Raya Tampaksiring. Je komt er met een taxi, motor of georganiseerde tour, misschien met een stop bij de Gunung Kawi tempel.
De kunstdorpen Batuan en Mas liggen op 10 tot 15 kilometer (20 tot 30 minuten) via Jalan Raya Mas en Jalan Raya Batuan. Hier kun je houtsnijwerk ateliers en schilderijenwinkels bezoeken, bereikbaar per taxi, fiets of motor.
De Tegenungan Waterval ligt op 10 kilometer (25 minuten) via Jalan Raya Tegenungan, met onderweg warungs en uitzichtpunten. In het regenseizoen is de stroming sterk en minder geschikt om te zwemmen.
Goa Gajah (Elephant Cave) ligt dichtbij, op 6 kilometer (15 minuten) via Jalan Raya Goa Gajah, en is het fijnst om ’s ochtends te bezoeken.
In Ubud liggen overal gratis kaarten, maar de kwaliteit en actualiteit verschillen nogal. Bij de toeristeninformatie bij Ubud Market krijg je meestal een goed overzicht, al ontbreken kleine straatjes of nieuwe plekken soms.
Hotelkaarten zijn handig voor de directe omgeving en geven tips voor eten en winkelen, maar richten zich vooral op hun eigen netwerk en missen vaak een duidelijke schaal. Kaarten van touroperators zijn vooral gericht op bepaalde routes en hun samenwerkingen.
Gratis bladen zoals Ubud Community delen culturele tips en minder bekende plekken, maar zijn niet altijd up-to-date en bevatten veel reclame. Op veel kaarten ontbreken eenrichtingswegen, zijn tempelingangen verouderd of kloppen de afstanden niet.
Het werkt het beste om meerdere kaarten te combineren en actuele info te checken bij locals of online.
Kaarten uit verschillende jaren laten goed zien hoe Ubud zich heeft ontwikkeld. Sinds de jaren zeventig zijn veel rijstvelden veranderd in accommodaties en winkels, met nieuwe hoofdwegen en bypasses.
Nyuh Kuning en Penestanan zijn van kleine dorpjes uitgegroeid tot populaire wijken, terwijl ze op oude kaarten nog als landbouwgrond staan. Er zijn nieuwe bruggen, wegen en voetpaden bijgekomen, en sommige markten en tempels zijn verdwenen of hebben een andere functie gekregen.
Tempels en paleizen op oude kaarten zijn soms niet meer open of hebben plaatsgemaakt voor hotels of winkels. De kaarten laten duidelijk zien hoe landbouw langzaam plaats heeft gemaakt voor toerisme en kunst als belangrijkste inkomstenbronnen in Ubud.
Het regenseizoen en de vele ceremonies in Ubud zorgen vaak voor aanpassingen in de routes die je kunt nemen. Tijdens het regenseizoen (oktober tot maart) zijn veel paden door de rijstvelden modderig of niet begaanbaar, en kunnen rivierovergangen gevaarlijk zijn door hoog water. Dan zijn hoofdwegen vaak een betere keuze.
In het droge seizoen (april tot september) zijn de meeste paden goed te doen, wat ideaal is voor wandelingen en fietstochten. Tijdens ceremonies zoals Galungan, Kuningan, Nyepi en lokale tempelfeesten zijn sommige wegen afgesloten, geldt er soms eenrichtingsverkeer of kun je bepaalde tempels en markten niet bezoeken.
Voor de laatste routewijzigingen kun je het beste lokale informatiepunten of hotels vragen, letten op tijdelijke borden en verkeersregelaars, of apps gebruiken die live-updates geven.